Ik weet niet of u verder wilt doorgaan op mijn opmerkingen.
De voorzitters
Ja, heel graag.
De heer Zwaard:
Dan kunt u die ook betrekken in het gesprek.
De voorzitters
Er is met kringen uit het schoolbestuur, zoals dat heet, over deze
zaak gesproken. En er is geen enkele reden om daarop terug te komen.
Die punten zijn bekend. Die liggen daar. Daarover kun je lang of kort
praten, maar iemand aansprakelijk stellen voor wat daar gebeurd is,
is naar onze mening volstrekt onmogelijk. Dat is alleen maar tijd
verdoen. De vraag of we medewerking moeten verlenen wordt door de
inspekteur positief beantwoord. U kunt het aanhouden. Ik verwacht
overigens niet dat we u tezijnertijd iets nieuws naar voren kunnen
brengen, anders dan we nu gegeven hebben.
De heer Zwaard, s
Kijk, over de hoogte van het bedrag kan niet gesproken worden. Kan
ik daarop terugkomen?
De voorzitter:
kunt dan alles zeggen wat u wilt.
De heer Zwaard:
Alles zeggen?
De voorzitter:
TJ kunt zeggen wat u wilt. Niet
alles naar voren brengen wat u
de vraag j moet dat
oplossing, is ook zo'n vraag.
De heer Zwaard:
Ik heb ook een gesprekje gehad met een afgevaardigde van het school
bestuur. Een globaal gesprek, want ik wil die mensen niet voorbij
lopen. De vraag of er al dan niet schuld is, blijft altijd een moei
lijke zaak.
De voorzitter:
Mag ik even interrumperen? Wij hebben deze zaak laten nagaan door on
ze deskundigen aan de hand van de gebruikelijke voorschriften. Er
is bezien of een architejt hier aansprakelijk voor gesteld kan worden.
Het antwoord was heel duidelijk: nee, gèen schijn van kans. Nog afge
zien van het feit, zoals de sekretaris opmerkt, dat inmiddels de ter
mijn van tien jaar verstreken is. De school staat ér
immers al twaalf jaar. Geen schijn van kans. Dat is goed bekeken. Maar
nog iets anders, namelijk het punt van de bezetting van de school.
Ik zou er op willen wijzen dat tfe in Klein-Zundert binnen niet al te
lange tijd aan de gang gaan met de bouw van een nieuwe wijk en dat
het bouwen van nieuwe schoolvoorzieningen daar niet zo gemkkkelijk en
zo kwistig zal kunnen gaan, als we in het verleden gewend. Toen was
het wel eens: geef maar snel medewerking en bouw die schhol gauw.
Tegenwoordig wordt daarop, zoals u hebt kunnen lezen, wel wat straffer
gelet. Ik dacht dat het goed was om alle schoolkapaditeit die we in
Klein-Zundert hebben op peil te houden. Het is nu niet mogelijk te
zeggen wat de toekomst daar gaat brengen. Maar het is veratandig om
wat je daar hebt, goed te houden en in stand te houden en te
blijven gebruiken. Wanneer de opbouw van die wijk wat meer vorm gaat
krijgen, wanneer dat plan meer vorm gaat krijgen, dan moet je met de
inspektie van het onderwijs gaan praten wat daarvan de onderwijs-
alleen^ëeggen wat u wilt, maar u kunt
nuttig vindt. Want dan gaat het over
dan zoveel kosten? Is dat een juiste