iemand over de parallel voortraast om nog wat winst te boeken. Ik zie het haait niet meer gebeuren. Het is lang geleden dat ik het zelfs ge zien heb. Ik durf beslist niet te beweren dat het niet voorkomt, maar het is bepaald niet wat het geweest is. Dat is het eerste. Het tweede punt is dat u een snelheidsbeperking op die parallelwegen verlangt. Dat is op zichzélf genomen een zinnige zaak, maar ik begrijp wel de terug^ houdendheid van de Rijkswaterstaat, die liever geen maatregelen neemt waarvan ze ook de afdwinging wat moeilijk zien liggen. Dat is denk ik de oorzaak geweest van het feit dat ze het tot nu toe niet gedaan heeft. Ze willen niet meer beperkingen hebben dan ze strikt nodig hebben. Dat punt van die parallelweg loopt zo'n .vaartniet. Dat doen we liever niet. Rijkswaterstaat zal, als de raad dat begeert, die zaak nog wel eens onder de aandacht gebracht worden, maar ik dacht dat onze verwachtingen daarover niet al te hoog gespannen moeten zijn. Men heeft er duidelijk niet veel lust in om het zo te doen. Het is overigens ook onze zaak niet. We mogen het alleen maar vragen. Het is een maat regel die genomen wordt door de weg" :beheerder, in dit geval de minister. De heer Zwaard: Dat ben ik wel met u eens, maar de veiligheid van onze schoolkinderen staat toch wel naar mijn mening voorop. De voorzitter: Nog even het volgende. De sekretaris zegt: de maximum snelheid geldt tussen Zundert en Wemhout. Wat bedoelt u, mijnheer Zwaard? TJ bedoelt toch een maximum voor de parallelwegen vanaf Zundert in de richting Rijsbergen. De heer Zwaard: Ja. De voorzitter: Als u het wilt, dan kunnen we dit een keer aankaarten. Ik moet u zeggen dat ik er bizonder weinig van verwacht en dat de urgentie ook lang niet zo sterk spreekt als destijds. Maar aan u het woord. Is er in de raad een meerderheid aanwezig, die zegt dat het verzocht moet worden, of zegt de raad: Toe maar, laat maar? Bij hand op steken blijkt dat de meerderheid van mening is dat een maximum-snelheid van 50 km. op de parallelwegen tussen Zundert-Rijsberger nodig is. Rijkswaterstaat zal dienovereenkomstig een verzoek gedaan worden. Mevrouw Voeten-Damen: Mijnheer de voorzitter, mijn vraag betreft het vervoer van gevaarlijke stoffen. Is het nu de bedoeling van overheidswege of van rijks - waterstaat dat er in de toekomst nog meer vrachtvervoer met gevaarlijke stoffen door Zundert gaat komen? De voorzitter: Dat lijkt me niet, want op het ogenblik is het zo dat het er hier door heen komt. Mevrouw Voeten-Damen: Dis het blijft zo ongeveer hetzelfde. De voorzitter: Ik zie niet wat voor veranderingen het zou kunnen inhouden. Althans, op het trajekt waarover we hier nu spreken. Overigens wil ik er wel op wijzen - het is een punt dat ik al eens eerder heb aangeroerd en dat u wel kent in de raad - dat het aantal transporten van deze aard, van meldingsplichtige stoffen bizonder beperkt is en beperkt blijft tot één A twee wagens per dag. Dat is mij van zeer deskundige zijde van de

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1979 | | pagina 62