De voorzitter:
Is de heer S.Jochems tevreden?
De heer S.Jochems:
Ja, ik dank u wel.
Vervolgens wordt het stuk onder VIII en het onder IX vermelde stuk
voor kennisgeving aangenomen.
Ad X:
De heer van der Kloot:
Wat is de reden? Het was toch altijd gebruikelijk dat de wethouder van
sportzaken tevens voorzitter zou zijn van de sportraad.
De voorzitter:
Gebruikelijk? Het is een keer gebeurd, maar de heer Marijnissen heeft om
hem moverende redenen, zoals dat heet, gemeend dat niet te moeten doen.
U heeft het nu gehoord. Het wordt zelfs in de notulen vastgelegd.
Dit stuk wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel voor kennisgeving
ciangenomen.
Ad XI:
De heer A.Jochems:
Mijnheer de voorzitter, dit is een advies. Krijgen wij nog inlichtingen
over de uitslag van deze verkoopvoorwaarden?
De voorzitter:
Kijk, we hebben onze eigen voorwaarden. Die zijn kortgeleden vastgesteld.
Tri deze nota worden enkele opmerkingen gemaakt over de diverse instru
menten, die er zo noinnaal gehanteerd worden. Er is geen direkte aan
leiding om een wijziging voor te stellen. Er is voorlopig geen reden
om er iets aan te doen. Het is een beschouwing over het effekt van di
verse maatregelen, die door de gemeenten gehanteerd worden.
De heer A.Jochems:
Wijkt dit advies veel af van de verkoopvoorwaarden doe toen vastgesteld
zijn?
De voorzitter:
Het adbies zegt niet: ik zou dit óf ik zou dat doen. Het advies zegt:
als je dit soort maatregelen neemt, moet je wel bedenken dat zo en zo
de gevolgen kunnen zijn, en dat het soms wel en soms niet werkt. Het
is er een beschouwing over. Het is niet direkt een konkreet advies in
de zin: ik zou het in het vervolg zo maar gaan doen. Er worden alleen
wat opmerkingen gemaakt. En die hebben we gelezen. En er is geen aan
leiding gevonden om direkt wijzigingen voor te stellen. Er komt overigens
nog een ander punt aan de orde en dat is het volgende. De minister heeft
gevraagd aan alle geméenten om een beleid vast te stellen en dat ook
gemotiveerd te doen over de verkoop van woningwetwoningen. En dan komt
er dit soort zlken weer wel zijdelings aan de orde.
Verbolgens worden de stukken, vermeld onder XI en XII, voor kennis
geving aangenomen.
Ad XIII:
De heer Zwaard:
Ik weet dat er voorgesteld wordt het subsidieverzoek van de Stichting
Stuurgroep Brabant Eén ter voorbereiding in handen te stellen van
het kollege en dat het terugkomt bij de raad. Maar ik wil het kollege
toch wel onder de aandacht brengen waar het bij mij om te doen is. Op
zich vind ik het een goede zaak. Ze vragen 500,- tot 750,- per ge
meente. Als ik ervan uitga dat Noord-Brabant exact IJl gemeenten telt,