-50-
De voorzitter:
Ik ben de enige die niets van biljarten weet.
De heer an der Kloot:
Mijnheer de voorzitter, er zijn ons klachten ter ore gekomen van
invaliden over de sporthal. De douche-gelegenheid voor invaliden
zou niet optimaal zijn. Ik heb dat een gehandicapte horen zeggen.
Die schijnt er nogal goed in thuis te zijn. Hij was er niet erg
over tevreden. De douche-gelegenheid zou namelijk in de scheids-
rechtersruimte zijn, en dat is voor de gehandicapten een erg
groot bezwaar.
De voorzitter:
Wij weten het niet. U krijgt daar antwoord op.
De heer Van der Kloot:
Wij zijn nu in afwachting van stoelen die we krijgen, zodat we
voortaan erg makkelijk zitten. Ik vind de geluidsinstallatie veel
harder aan vernieuwing toe. We hebben met twee en met drie één
microfoon en het was misschien toch wel fijner als er wat meer
kwamen.
De voorzitter:
We maken een aantekening van Uw opmerking.
De heer Jacobs:
Mijnheer de voorzitter, een klein vraagje. Hoe staat het met de
platte grond van Zundert? Is er die al?
De voorzitter:
Ik wil graag de secretaris de rij laten sluiten^want hij weet het
te zeggen.
De secretaris:
Ik weet het niet precies te zeggen, maar er zijn wat moeilijkheden
met Suurlands' Vademecum over kosten omdat in de oorspronkelijke
opzet wat wijzigingen zijn gekomen. Daarover zal volgende week een
voorstel in B en W komen en dat moet nog even bekeken worden. De
lay-out en de uitwerking zijn al een heel eind. We stoeien nog
even met de leverancier.
De voorzitter:
Ik ben gekomen aan het eind van de vergadering. Ik wil nog iets ter
afronding zeggen. Ik wil graag namens het college en ook persoon
lijk diegenen danken die de begroting in elkaar gezet hebben, zo
wel financieel als redaktioneel en diegenen die de begrotingen ver
menigvuldigd hebben. Ik wil ook -dat heeft mijnheer Jacobs ook ge
daan- van deze gele, enheid gebruik maken om te zeggen dat de samen
werking met de secretaris voor een begrotingsbehandeling als deze
onmisbaar is en dat ook de uitvoering in de komende periode zonder
een goede verstandhouding met hem -die er gelukkig is- niet moge
lijk zou zijn. Ik dank hem graag heel hartelijk voor alhetgeen
wat hij voor het college en voor mij persoonlijk heeft gedaan.
Ik wou dat heel uitdrukkelijk nog eens zeggen.
Sluiting De voorzitter sluit de vergadering met het voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van de raad voornoemd,
gehouden op donderdag 8 februari
1979.
W