-48-
van Werknemers Belangen heeft het college uitgenodigd om een wijzi
ging van dat plan voor te bereiden, in die zin dat het een groen
voorziening moet worden.
De heer Hereijgers:
Onze fraktie is van mening dat we ons moeten houden aan een eerder
gedane uitspraak door de raad, zoals U die vertaald hebt. Het is
beschermd gebied en er kan niets mee gebeuren, zolang de raad
daarover geen uitspraak doet. Ik zie niet in waarom er nu ge
stemd moet worden.
De voorzitter:
Werknemers Belangen vindt dat dat nooit bebouwd mag worden.
De heer Hereijgers:
Alvorens daar een beslissing op te nemen, zou ik graag de konse-
kwenties zien. Ik dacht niet dat het op stel en sprong moet ge
beuren. Dat kan best wachten tot de volgende vergadering.
De heer A. Jochems:
Wij sluiten ons aan bij de woorden van de heer Hereijgers.
De voorzitter:
De secretaris fluistert mij in of het niet beter is een nota uit
te brengen met daarin vermeld de financiële konsekwenties.
De heer I'iarijnissen:
De raad kan toch een principe uitspraak doen?
De voorzitter:
Dat kan, maar dan ligt de zaak toch vast. Wilt U het aanhouden of
wilt u een stemming?
De heer Zwaard:
De groeperingen hebben er al jaren over na kunnen denken. We hebben
het al twee jaar in onze algemene beschouwingen naar varen ge-
/het nu bracht en moet/weer een maand aangehouden worden? Ik vind dat
de tijd rijp is om het in stemming te brengen.
De voorzitter:
Er is meerderheid voor een stemming.
We beginnen met nummer 11 van de presentielijst.
De heer A. Jochems:
Waar stemmen we precies over?
De voorzitter:
Er wordt gestemd over een voorstel van de heer Jacobs om het college
uit te nodigen een planwijziging voor te bereiden in het gebied
van De Berk, zodanig dat enkele percelen waar nu nog de bestemming
bejaardenwoningen opligt, de bestemming groenvoorziening krijgen
ongeacht de financiële konsekwenties.
De heer A. Jochems:
Het is ons nog niet duidelijk, als we "ja" zeggen.
De voorzitter:
Dan bent U voor het voorstel. Zegt U "nee" dan wordt het verwor
pen. Er wordt dan ook niets aangehouden. Ik dacht dat een stemming
over het al dan niet aanhouden overbodig was.
De heer A. Jochems:
Het zal toch niets uitmaken. Het zal wel 8 tegen 7 worden.
De voorzitter:
We stemmen éën keer.