-2- de daarbij vermelde voorstellen voor kennisgeving aangenomen. Ten aanzien van het ingekomen stuk onder III: De heer Laurijssen: Mijnheer de voorzitter, het zijn mijn buren en ik heb de zaak de vorige keer vanaf de publieke tribune mogen volgen. Ik neem een standpunt in dat anders is dan van mijn fraktie-genet en de heren Jochems. Zij blijven bij het standpunt dat zij destijds ingenomen hebben. Ik zou er toch graag iets over zeggen. De voorzitter: Mag ik U onderbreken. Het gaat hier over een aanschrijving van ons college om iets in de oorspronkelijke staat terug te brengen, wat er zonder vergunning is gemaakt. Dat is het onderwerp. Het is niet het wederom behandelen wat destijds is behandeld. Het gaat erom of de heer Beek terecht iets gedaan heeft, met vergunning. Daar gaat het over. De heer Laurijssen: Dan zal ik een gedeelte laten vallen. Ik ben er gister op bezoek geweest om de zaak te bekijken. Ik heb niet gezien dat daar is afgebroken is. De voorzitter: Of er iets gebouwd is, daar gaat het om. De heer Laurijssen: Voorzover ik weet mag je achter een deur hangen wat je wilt] De voorzitter: Oh nee] Ik wil U er wel opwijzen dat bouwen heel ver gaat. Een uit eenzetting daarover gaat hier wat ver. Om de zaak terug te brengen tot^zijn proporties: het gaat hier om een aanschrijving omdat er gebouwd is zonder vergunning. Daartegen is krachtens de wet Arob bezwaar gemaakt en moet dat bezwaarschrift door ons college wor den behandeld. Is de familie Beek het met onze beslissing niet eens dat kan men in beroep gaan bij de afdeling Rechtspraak van de Raad van State. De gemeenteraad staat er eigenlijk buiten. Daarom wordt voorgesteld het stuk ter afdoening naar ons college te verwijzen. De heer Laurijssen: Ik zou de zaak helemaal schrappen, want het zijn buitengewoon goede mensen. Ze zijn aaide raad tegemoetgekomen. Diegenen die een deur wildaihebben, hebben een deur en diegenen die een raam wilden heb ben, hebben een raam] Volgens de wet mag een deur openstaan. De voorzitter: Dan hebt U misschien vanaf de publieke tribune de zaak niet hele maal goed gevolgd. Het gaat niet om de vraag of er een raam of een deur in zit, het gaat om de vraag of er gebouwd is zonder ver gunning ja, of nee] De heer Laurijssen: Ik dacht dat je binnen mocht doen wat je wilde] De voorzitter: Dat is een misvatting die ik U graag zou willen afpraten. De heer Arnouts: Ik bekijk dit toch wel wat anders. Ik heb er altijd voor gepleit de familie Beek de vergunning te geven. Dit is eigenlijk een heel

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1979 | | pagina 2