-14- De voorzitter: U wilt dus helemaal geen subsidie. De heer Hereijgers: Ja, dat is zo. De heer Hoekman: Wij als fraktie van de heer Huijbregts zijn het eens met het voor stel» Wij zijn van mening dat het kreatief-bezig zijn mag, maar dan niet met zwaar betaalde krachten, welke door onze gemeenschap op langere termijn niet meer betaald kunnen worden. Naar onze mening zullen de thans nog te betalen krachten na een bepaalde periode - en wij denken hierbij aan twee of drie jaar - moeten worden ver vangen door vrijwilligers. Mocht dan blijken dat Kreatief Centrum om bepaalde redenen financieel hulp nodig heeft,dan kan het in eBn later stadium op onze groepering rekenen. De voorzitter: Een antwoord van de kant van het kollege in algemene zin om nog eens aan te geven wat de bedoeling van het hele geval is. Met alle sympathie voor het werk - men zal het haast niet ge loven - vinden wij dat het voor deze gemeente toc$ niet aanvaard baar is als een dergelijke instelling gaat draaien op basis van be taalde arbeid. Dat hebben wij vanaf het begin heel duidelijk ge steld en dat hebben wij gedaan omdat stappen op deze weg eigenlijk nooit terug gezet kunnen worden. Heb je een keer beroepskrachten in dienst, dan zul je daarvan ook nooit meer terug kunnen komen. En dan zullen de kosten, omdat het werk floreert - dat hopen we uiteraard -, een zodanige omvang gaan aannemen dat er een centrum ontstaat dat voor Zundert alleen een te zware belasting wordt. Regionaal zijn er dergelijke instellingen werkzaam. Wij zetten ook wel eens vraagtekens bij het kostenpeil van kursussen daar. Wij zetten ook met name vraagtekens vaak bij de mate van subsidiëring van de deelname door volwassenen. Anders dan de heer Jacobs, die zegt dat de kinderen en de bejaarden wel en de volwassenen daartus- /gesubsidiëerd sen niet, zeggen wij dat die niet De jeugd subsidiëren worden wij omdat zij nog in de jaren van hun vorming zijn. Aan de bejaar den als een groep van achterstand doen wij ook wat Die hebben mogelijk gemaakt door arbeid wat wij nu hebben. Zij hebben lang de kansen niet gehad die wij nu hebben. Daarom doen wij er wat aan. Maar wij zien als kollege niet dat dat nu ook zo moet gaan gelden voor volwassenen. Wij weten dat er in de subsidiëring elementen zitten van dien aard, maar de voorkeur van het kollege gaat duide lijk uit naar een subsidiëring van de groepen die een bepaalde positie van tekortkoming hebben of voor wie het nuttig is in verband met de jaren van de jeugd. Van de andere kant zien wij dat de volwassenen zelf moeten kiezen wat zij willen doen, dit met uitzondering van de zwakke groepen onder die volwassenen, maar dat is nu niet aan de orde. Het lijkt ons een hele redelijke en normale zaak dat die volwassenen zelf betalen wat zij willen doen. Enige tegemoetkoning van overheidswege is niet uitgesloten. Wij adviseren dan ook niet om niets te doen, maar wij zeggen niet de kosten van de volwassenen. Daar willen we niet aan. Als wij deze subsidiëring één keer lieten gebeumren, dan dachten wij dat wij in het kader van de wet Arob geen weg terug haddeq,als de kosten uit de hand lopen, en dat wij terzake niet effectief meer kunnen ingrijpen. Het is nu eenmaal moeilijk om een toegezegde subsidie terug te draaien. Vandaar ons voorstel. Wie wil er in tweede termijn reage ren? De heer Jacobs. De heer Jacobs: U praat over beroepskrachten. Het Gekoördiheerd Bejaardenwerk wiSrkt

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1979 | | pagina 226