-9- De voorzitter: Goed. De mogelijke gang van zaken is aldus: Er is be roep ingesteld tegen een weigering van een bouwvergunning. De Veiling is daarover gehoord. De beslissing op dat beroep ligt thans bij uw raad. De raad mag daarop ja of nee zeggen. Zegt de raad van Zundert "nee" op deze aanvrage, dan is het niet vreemd om te ver wachten dat er een beroep bij de Raad van State zal inkomen. Wordt dat beroep toegewezen - en krijgt dus de Veiling daarmee gelijk -, dan blijft er staan wat er staat. Wordt het beroep afgewezen, dan komt er uiteindelijk geen bouwvergunning en dan zal hetgeen er ge bouwd is, moeten worden verwijderd. Dat is kort en duidelijk de situatie De heer Zwaard: Als er gebouvdmag worden, dan kan de heer van Beek via de wet Arob daartegen in beroep gaan. De voorzitter: Als de raad vergunning verleent, dan kan de heer van Beek beroep instellen. Aan het adres van de heer Jochems wil ik zeggen dat de zaak van de Hinderwet hier helemaal los van staat. Bouwaanvragen worden behandeld aan de hand van de daarvoor geldende voorschriften, en de vraag of er een hinderwetvergunning komt doet er hier weinig aan toe. Die vraag staat hier helemaal buiten. De heer Zwaard wacht terzake terecht op de rondvraag. De heer A.Jochems: Dan valt er bij mij puntje 3 weg. De heer Arnouts: De Veiling is een bedrijfsruimte en daar staat silo's bij. Is het dan niet normaal dat die vergunning gegeven wordt, want anders zal de werkgelegenheid hier toch wel in moeilijkheden komen. En de werk gelegenheid is toch wel zeer belangrijk. Ik zou willen zeggen: laten wij die vergunning geven. De heer Hoekman: Wij als Fraktie Huijbregts zeggen "ja" tegen dit voorstel. Het "ja" is er dus, maar wat zijn de verdere konsekwenties voor de reeds gebouwde silo's? De voorzitter: Die heb ik u net gezegd. Althans, die heb ik mijnheer Zwaard z° even verteld. De heer Hoekman: Wanneer dat zo zou zijn, mijnheer de voorzitter, dan zou ik toch tot het uiterste willen gaan om deze partijen, de Coöp.Land en Tuinbouwverening en de omwonenden uit te nodigen voor een ge sprek met het kollege om alzo te trachten de zaak in der minne op te lossen en een alternatieve oplossing te vinden. De heer van der Kloot: In onze gemeente zijn er meer bedrijven, die gelijken op die van de Coöp.Land- en Tuinbouwvereniging. Ik geloof dat wij al deze be drijven op deze manier vogelvrij gaan verklaren, namelijk dat wij omwille van een eenling dergelijke maatregelen gaan nemen. Wij hebben hier een heel beperkte werkgelegenheid wat deze sektor be treft. Deze werkgelegenheid zetten wij nog verder op de tocht. Ik geloof dat wij in dit verband nog kunnen opmerken dat met een der gelijk ondernemersklimaat Campina erg wijs is geweest om uit Zundert te vertrekken. Ik geloof dat wij absoluut op de verkeerde weg zijn om op deze manier eigenlijk iets te doen omwille van één mens in

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1979 | | pagina 221