len. Er staat een vergadering gepland voor volgende week donderdag.
Dan zal ik er hopelijk weer eens bij mogen zijn. Voor wat betreft
de formatie van het stadsgewest meen ik dat onze nota daaromtrent
voldoende duidelijk is Onze mening is dat wij de uitbreiding
van het personeel niet voldoende gemotiveerd achten.
De heer van Nunen:
De bedoeling van mijn opmerking is dat het wenselijk is om bepaal
de punten, die in die commissie besproken worden, ook in de gemeen
teraad te bespreken.
De voorzitters
Het zou inderdaad goed zijn als wij de zaken nog eens beter op de
gemeenteraad terugkoppelden. Wij hebben het altijd nog in grote
lijnen goed kunnen bespreken. Misschien is het beter om het in
détails te gaan bespreken. Het zou dan wel prettig zijn dat u als
raadslid meer ontvangt dan de voorlichtingsnummers, die meer op
bouillonblokjes dan op erwtensoep lijken. Als gavolg van de sug
gestie die wij bij herhaling hebben gedaan om stukken toe te sturei
aan de leden van de gemeenteraden, zouden wij bij het stadsgewest
nog eens kunnen benadrukken om de raadsleden a}4e mogelijke infor
matiestukken te verstrekken opdat zij de zaken goed kunnen bij
houden.
De heer van Nunen:
Ik hoop dat dat in de toekomst zal gebeuren, mijnheer de voorzitter.
Zonder diskussie og hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten
om de stukken, vermeld onder VI en VTI af te doen overeenkomstig
de daarbij aangegeven voorstellen.
Inkomen stuk onder VIH.
De heer Hoekman:
Ik zou het kollege in ernstige overweging willen geven om bij het
Ministerie van Volkshuisvesting er op aan te dringen dat, willen
wij voor de bootvluchtelingen woningen beschikbaar stellen, wij
eerst een extra contingent woningwetwoningen moeten hebben. Als
het ministerie vraagt om woningen beschikbaar te stellen, dan moet
dat ministerie ons ook eerst de"ruimte"geven om die woonruimten
ter beschikking te stellen van de vluchtelingen.
De voorzitter:
Ik denk dat de boot dan wel al gezonken zal zijn. Ik vrees dat dat
tocht geen praktische suggestie is. Het moet van onze eigen aan
wezige voorraad gebeuren. Wij zien geen termen om de gevraagde
medewerking te verleren. Wij nodigen u uit om zich bij dat stand
punt aan te sluiten.
Ten aanzien van het stuk, vermeld onder VIII, wordt vervolgens
besloten overeenkomstig het daarbij aangegeven voorstel.
Ingekomen stuk IX.
De heer Hoekman:
In de vofige vergadering is door u,
dat u een gesprek zou hebben met de
Is er al iets naders bekend?
mijnheer de voorzitter, gezegd
eigenaar van de leemputten.
De voorzitter:
Dat gesprek heeft plaatsgevonden. Het gesprek heeft een wat bredere