-22-
De voorzitter:
De zaak is in een redelijk staduim van voorbereiding.
De heer Laurijssen:
Mijnheer de voorzitter, ik heb een vraag over de sportraad.
Is de sportraad belangrijk voor de verenigingen in Zundert en
is het college gelukkig met de sportraad.
De voorzitter:
De eerste vraag zou U aan de verenigingen moeten stellen.Die
kunnen wij niet beantwoorden. Zij weten of ze de sportraad
als nuttig zien.
De heer Marijnissen:
Mijnheer Laurijssen, het is mij niet helemaal duidelijk waarop
Uw vraag gebaseerd is. Mogelijk dat U bepaalde tekortkomingen
ervaart. Ik weet het niet precies. Misschien kunt U zich nader
uitspreken welke richting U uit wilt. De sportraad is in het
leven geroepen door de verenigingen in samenwerking met het ge
meentebestuur. Als de verenigingen menen dat de sportraad ver
anderd moet worden dan moet dat van de verenigingen komen. Ik
zou met de secretaris een gesprek hebben met de sportraad maar
daar is ook het een en ander gewijzigd. Men is zich aan het be
raden over een aantal punten om een antwoord te vinden
over de ontwikkeling van de sportraad in de toekomst. Dat is
één van de punten die men in de eerstkomende vergaderingen in
eigen kring uitgesproken wil zien. Daarna krijgen we de zaak
teruggekoppeld naar het gemeente-bestuur. Wij vinden een goed
functionerende sportraad nuttig. Of de sportraad aan die norm
voldoet kunnen wij niet direkt invullen.
De heer Jacobs:
Mijnheer de voorzitter, ik hoorde net van wethouder Marijnissen
dat hij een enquête gaat houden over de uitbreiding van de centrale
antenne. Ik kom elke maand terug op mijn overdekt zwembad. Zou
het een goed voorstel zijn om te gelijkertijd een enquête te hou
den of er behoefte bestaat aan een overdekt zwembad, met ver
melding van de kosten? De vorige vergadering is een bedrag ge
noemd van een half miljoen. Dat komt in de onroerend goed belas
ting. Je kunt zo uitrekenen wat dat extra gaat kosten. Ik dacht
dat het een goede gelegenheid was. Wij kunnen het wel roepen
maar als de mensen de rekening zien, zeggen ze misschien dat
het niet hoeft.
De voorzitter:
De kwestie van het overdekte zwembad willen wij betrekken bij
de begroting 1980. U moet ons even de gelegenheid geven dat
aan U toe te zenden. Het gaat gebeuren in de komende maanden.
Voor de zomer uit is hebt U daar meer van. Overigens moet ik
U wel zeggen dat het houden van enquêtes over de wenselijkheid van
zwembaden maar een heel betrekkelijke zaak is. Hoe moet U dat
doen? Vraag aan Uw kinderen: willen jullie een overdekt
zwembad? Dan is het antwoord natuurlijk: ja.
De heer Hereijgers:
Dat moet je heel serieus doen. De suggestie van de heer Jacobs
lijkt mij niet zo gek. De mensen moeten weten wat de konsekwenties
zijn van een overdekt zwembad. Aan de hand van die gegevens kun
nen wij beslissen wat er moet gebeuren.
De voorzitter:
Je moet dat anders doen. Het is niet alleen het dragen van de
financiële lasten maar het is ook kijken naar hetgeen je dan