bazing kennis genomen. Het bouwen in het buitengebied wordt door het college kritisch bekeken. Voorbeelden daarvan zijn Beek en Nobelen. Nu komt het college met een voorstel om in het agrarisch gebied een loods te verbouwen tot een tennishal. Er bestaat naar onze mening geen enkele behoefte aan een tennishal, die dan later nog uitgebreid gaat worden met buitenbanen en een kantine. Die loods zou ten dienste staan van de agrarische sektor, daaraan heeft het gebouw nooit voldaan. Het moet het college bekend zijn dat geen bouwvergunning is verleend voor de bouw van een woning bij deze loods. Wij als fraktie Huijbregts -zonder onze wethouder waarschijnlijk- zijn tegen dit voorstel. De voorzitter: Het is natuurlijk in het agrarisch gebied en niet volgens het bestemmingsplan, anders kwamen wij ook niet bij U. De heren Jacobs en Jochems zeggen dat zij het daar niet willen hebben. Wij zijn wat pragmatisch te werk gegaan. Te verwachten is dat er een redelijke investering gedaan wordt, zodat daar een be hoorlijk sportcentrum ontstaat en dat er niet veel in de ruimte zal veranderen. De loods staat er en die wordt nu ook niet over eenkomstig de bestemming gebruikt. Het zou weinig verandering brengen. Ik zie het als een voordeel dat daar een attraktiepunt ontstaat.Ik zie beslist geen konkurrentie voor de tennisvereniging want die vereniging heeft voldoende toeloop. Ik zie ook geen konkurrentie voor de particuliere banen. De horeca zal er ook geen last van hebben. We dachten dat we hiermee een aardige voor ziening zouden mogelijk maken. Als U er zo zwaar aan tilt wordt het wel moeilijk. Het leek ons wel leuk. Ook voor Schijf een aar dige gelegenheid. Wij zouden het ook toejuichen, mits landschappe lijk aanvaardbaar, als er een manege zou komen. Als er een plan komt voor de bouw vaneen manege, dat goed is, zult U ons weer zien komen met een voorstel. Het is moeilijk zo'n voorziening in de be bouwde kom te zetten omdat daar de grond te duur is en de ruimte ontbreekt. Het is in dit geval het ombouwen van een ruimte. De heer S. Jochems: Mijnheer de voorzitter, U spreekt over een manege, maar dat is toch heel iets anders dan een tennishal. Er vloeit automatisch uit voort dat er buitenbanen komen. Ik vraag me af of het dan straks de bestemming als sportvoorziening krijgt? Misschien krij gen we dan last met de omgeving. De voorzitter: Denkt U dat als de grond voor dat doel verworven kan worden, die tennisballen de agrarische produktie verstoren? Zou daar hinder kunnen ontstaan voor de agrariërs? Ik zie dat niet. U kunt principieel zeggen dat dat gebied voor de agrariërs is. Daar kunnen we breedvoerige beschouwingen over houden. Dit leek ons een aardige voorziening en voor een manege zouden we ook met een dergelijk voorstel komen. Dit gebeurt tegen niemands zin in. Wie niet verkopen wil, verkoopt niet. Ik kan me niet voorstellen dat er iemand last van zou hebben als daar getennist wordt. De heer Jacobs: U zegt wel dat er niemand last van heeft. Als iemand als niet- agrariër in het buitengebied een bungalow zet, dan heeft ook niemand daar last van, maar dat mag nu eenmaal niet. Het ligt in een gebied met agrarische bestemming endaar heb ik problemen aan. De voorzitter:

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1979 | | pagina 176