de eerste ronde niet spreken en wel in de tweede ronde, dan zouden de genen, die alleen in de eerste ronde gesproken hebben geen reaktie meer kunnen plegen en dat is onjuist. De voorzitter: Dat is waar, maar ik dacht dat er nog meer dan genoeg gelegenheid was om het een en ander te zeggen. Wilt u reageren op hetgeen de heer Laseroms gezegd heeft? De heer Valk: Ja. De voorzitter: Dan mag u reageren op hetgeen de heer Laseroms gezegd heeft. De heer Valk: Ik dank u mijnheer de voorzitter. Mijnheer de voorzitter, men is uit voeriger op de zaak ingegaan dan ik gedaan heb. Mijnheer de voorzitter, wat kollega Laseroms stelt,dan wil ik toch wel enige verduidelijking daaraan toevoegen. Op mijn initiatief - dat mag ik toch wel stellen - ben ik gisterenavond bij de Jongerengroepering gaan praten. Ik heb gesteld: jongens, we zijn toch allemaal volwassen mensen, als we iets willen, dan zullen we normaal moeten zijn om te praten met..met. goed. Er is een koalitie van zes. Is er een bereidheid om met negen mensen te praten? Ja of nee? Die bereidheid heeft alleen maar zin, als men daar niet aan ieders eisen houdt. Als er drie kandidaten zijn voor één funktie, dan heeft dat totaal geen zin. Dat heb ik gezegd. Alleen onder die voorwaarde; anders niet. De Jongerengroepering heeft dat naar ik meen ook zo gezien, en gezegd: oké, we gaan praten. Mijn heer de voorzitter, die uitnodigingen zijn door de Jongerengroepering zo gedaan aan de Agrarische Groepering en aan de groepering Pellis. Ik was er gisterenavond ook bij. Mijnheer de voorzitter, wij hadden gemeend, dat er misschien op die basis een eenstemmigheid zou bereikt kunnen worden. Maar dat is niet gebeurd. Mijn reaktie is daarop gericht, mijnheer de voorzitter, omdat juist de heer Laseroms wilde voorkomen - want dat zou hij een belachelijke zaak vinden - dat er weer geloot zou moeten worden. Mijnheer de voorzitter, maar dat houdt in dat men iets moet geven. Ja, natuurlijk. Als men met 9 ideeën op tafel komt, dan zal men iets moeten doen om tot over eenstemming te komen. En die overeenstemming is niet bereikt. En dat vind ik jammer. Ik dank u. De heer Pellis: Mijnheer de voorzitter, in antwoord op hetgeen de heer Laseroms verteld heeft het volgende. Inderdaad ken ik de heer van der Kloot. Ik heb hem als kind op school gehad en ik weet zeker dat de heer van der Kloot kapabel is om in deze raad zitting te nemen, zelfs ook als wethouder. Dat ik echter....Eerst iets anders: indertijd heb ik zelfs gevraagd aan der heer van der Kloot: zoudt gij mijn opvolger niet willen wor den? Voor mij was dat geheel belangeloos. Het ging mij om de gemeente Zundert. Ik dacht op die manier een dienst te kunnen bewijzen door een zo degelijk iemand bij ons in plaats van mezelf als lijsttrekker te krijgen. Ik had er geen enkele bijbedoeling bij. Dat wij de heer van der Kloot nu niet gesteund hebben, komt hierdoor. De heer van der Kloot behoort bij een fraktie, die een koalitie hai. in de aifee lopen periode. De heer Laseroms heeft mij gevraagd, ons gevraagd om een on derhoud om de heer van der Kloot te steunen. Ik heb gezegd: hoor nu eens, jullie hebben met de koalitie brokken gemaakt; ik zou zeggen: laat ze ons dan niet opruimen. Ruim ze zelf op. Lat is bij ons een van de redenen. Het ging dus niet om de heer van der Kloot. Het ging om de zaak, zoals die gespeeld was. En een andere reden is dat de heer van der Kloot als nieuweling in de raad komt. Als hij nu wethouder zou worden, dan heeft hij een maand of zes of zeven nodig om zich in te werken, gelijk iedereen. Kijk, als hij een beetje ingewerkt zou zijn

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1978 | | pagina 82