-11-
De voorzitter:
Ik heb mij laten vertellen dat de gemeente Rijsbergen ook een derge
lijk verzoek gekregen heeft en dat dat verzoek ingaande 1 januari
1978 zou zijn gedaan. Nu vind ik het wel een beetje vreemd dat
wij eerst een verzoek krijgen en enkele jaren later de gemeente
Rijsbergen. Dat wist ik niet toen wij dit voorstel de deur uit zonden.
En nu moet ik er wel dit van zeggen: het waterschap mag dit vragen.
Je kunt gaan strijden over de hoogte van het bedrag. Door het Hoog
heemraadschap wordt in die richting van de 10.000,- wel een advies
gegeven. Dat lijkt wel redelijk. Laat ons dat dan accepteren. Ik ge
loof dat we dat moeilijk anders kunnen doen. We moeten daarover ook
niet gaan strijden. Wij hebben een lozing nodqsyoor een aanzienlijke
hoeveelheid water. Dat moet in de rivier van het waterschap. Het
waterschap moet maar zien dat het het kwijt geraakt. Het moet ergens
op draaien en dan draait het mee op het geld dat het van ons krijgt.
Maar dan niet met ingang van 1 januari 1976, doch met ingang van 1
januari 1978. Dat is ook de datum die voor de gemeente Rijsbergen ge
steld is. We moeten die twee jaren niet gaan betalen, omdat we de zaak
eerder aangekaart gekregen hebben. De gemeente Rijsbergen loost ook.
En als het bij Rijsbergen kan met ingang van 1 januari 1978, dan kan
het bij ons ook. Als onze mening niet juist is, dan zou ik graag zien
dat het Waterschap aantoont dat het in de voorgaande jaren geld gekost
heeft aan het Waterschap.
De heer Hereijgers:
Ik zou in dit verband toch wel graag willen horen hoe de mening ligt
bij de andere frakties. Het gaat er voor mij een beetje op gelijken
dat Sinterklaas in Zundert woont. En daar voor ik heel weinig voor.
De voorzitter:
Maar, mijnheer Hereijgers...
De heer Hereijgers:
Wat u aanhaalt is ook niet zo sterk en u gaat er maar vanauit dat we
die bijdrage moeten betalen op grond van de gemeentewet. Als dat de
enige motivering is, dan vind ik dat zwak. Als duidelijk gesteld kan
worden door het Waterschap dat het inderdaad kosten heeft tengevolge
van schade, die veroorzaakt wordt door het lozen van water, dan heb ik
er minder moeite mee.
De voorzitter:
Het waterschap heeft een taak op grond van de Wet Verontreiniging
Oppervlaktewateren. Het waterschap moet bepaalde dingen doen. En van
het waterschap wordt verondersteld dat het ons vuile water
transporteert en krijgt van het inbrengen van dat vuile water natuur
lijk narigheid. De oevers kalven af. Dat kun je zien. Daarover kun je
nu kort of lang strijden. Dat kun je gaan bekijken. En op gezette
tijden moet het waterschap daarvoor werk verrichten. En u weet wat
er voor 10.000,- aan onderhoud gedaan kan worden. Dat is niet veel.
We hebben toen gezegd: laten we daarover nu niet met het waterschap
gaan strijden. Het hoogheemraadschap zegt immers dat het een redelijk
bedrag is. Vooruit, dan doen we dat. Als de melkfabriek gesloten wordt,
dan komt het misschien weer anders te liggen. Als dat een aanzienlijke
vermindering met zich meebrengt van de hoeveel te lozen water, dan
zou dat misschien kunnen. In principe akkoord, maar dan met ingang
van 1 januari 1978. U moet bij uw reaktie wel in de gaten houden
dat wij ook bedragen vragen voor dingen die wij doen. We vragen ons
dan ook wel eens af: moet dat nu zoveel kosten? Hebben wij die kosten
in konkreto? Bij sommige heffingen heb je dan misschien niet die
exakte kosten, maar over het algemeen moet je een bepaalde taak uitvoe
ren en daarvoor geld verlangen. Het is, als ik het goed zie, een soort
retributie voor het ontvangen van water. Wie van de heren wil nog iets