-10- Het verstrekken van 7« een jaarlijkse vergoe ding aan Waterschap Aa of Weerijs m.b.t. laeollozingswerk op Mmof Weerijs. zierig? Omdat we daardoor een lage huur konden rekenen. Dat doen we dan ook. Voor die huizen is een heel fatsoenlijk huurtje vastgesteld. Nu gaan we ze verkopen. Wat moet je nu voor norm gaan nemen? De prij zen kunnen niet zoals hij woningwetwoningen door de minister worden vastgesteld. Hier moeten we een gemeentelijk huis gaan verkopen. Wat moet je dan doen? Dan kun je niet anders dan de woningen laten taxeren. Dat moet je dan eerlijk doen. Dan kun je niet anders doen dan de markt waarde laten vaststellen. Dat is dan de prijs die de woning waard is. Dat kost de woning. En we mogen de woningen niet onder prijs wegdoen. Dat is altijd het standpunt geweest. Kunt u zich daarmee verenigen of niet? Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voor stel van burgemeester en wethouders besloten. Voorstel van burgemeester en wethouders om met betrekking tot het hebben en houden van een rioollozingswerk op de Aa of Weerijs aan het Waterschap De Aa of Weerijs een jaarlijkse vergoeding te verstrekken. De voorzitter: Een ander onderwerp is het lozen van rioolwater op de Aa of Weerijs. Het waterschap heeft - ik zal dat in bedekte bewoordingen zeggen - gelegenheid gevonden om ons te vragen een bijdrage te betalen in de kosten die het waterschap heeft bij het instandhouden van de water kanten. Wij hebben daarover een hele tijd gekloven. Wij hebben daar over een vrij langdurige studie gehad, dit mede in overleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Namelijk over de vraag of wij die vergoeding verschuldigd zijn. Wij zijn tot de ontdekking gekomen dat wij dat moeten betalen. Ik heb nog een opmerking straks, maar ik vraag mij af of ik niet eerst u de gelegenheid moet geven hierover iets te zeggen. De heer Hereijgers: U sprak zelf al met de woorden: het waterschap heeft hierin de gelegenheid gevonden om bij de gemeente wat inkomsten te halen. Zo kwam het ook bij mij over. In het voorstel wordt gesteld dat ten gevolge van de kwaliteit van het rivierwater door het rioolwater zodanig wordt dat de bermen niet houdbaar zijn. Nu dacht ik dat er ooit eens sprake is geweest van een afkoopsom, die de gemeente betaald heeft voor het lozen van rioolwater. Is u daarover op dit moment iets bekend? De voorzitter: Nee, daar is mij niets over bekend. Misschien is daarvan vele jaren her wel iets te vinden. De sekretaris heeft mij meegedeeld dat daarvan niets bekend is. Maar als er iets van te vinden geweest zou zijn, dan is het nog niet ongerechtvaardigd dat het waterschap thans iets vraagt in de kosten van de werken, die het waterschap moet uitvoeren tenge volge van de sterk gestegen hoeveelheid rioolwater. Wij willen dan ook niet strijden over dat bedrag van 10.000,want daar doe je natuurlijk ook niet wonderlijk veel voor. De heer Hereijgers: Maar het Waterschap kan natuurlijk ook niet hard maken welke kosten het exakrt heeft in verband met de lozing van het rioolwater, omdat ze dat waarschijnlijk niet op rekening hebben staan. Maar als het van de an dere kant zo is dat het waterschap geen problemen heeft met zijn inkomei en de bijdrage alleen verlangd wordt om zichzelf financieel te ver sterken, dan zie ik er weinig in om die bijdrage te verlenen en dan vind ik voorts de argumenten van het waterschap zwak om de bijdrage te verlangen. De argumenten zijn heel zwak, naar mijn mening.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1978 | | pagina 61