- 50 - kennen zijn voor de bevolking van Zundert. Het stadsgewest heeft voor ons betekenis als het voor onze mensen iets inbrengt, als er voor ons brood op de plank komt. Als dat niet het geval is moeten we konstateren, met alle bereidheid om over de grenzen heen te kijken, dat het voor ons maar weinig oplevert. Ik geloof dat we er verstandig aan doen nog maar geen saldo op te maken. Ik geloof dat we dat nu niet moeten doen en moeten afwachten wat er bestuurlijk gaat gebeuren en hoe de zaak gestruktureerd gaat worden. Daar is een belangrijk overleg over op gang maar' dat is U waarschijnlijk wel bekend. Ik geloof dat de uitkomst daarvan U standpunt uiteindelijk moet gaan bepalen. De heer Valk: Mijnheer de voorzitter, U keek mij zo aan*, het was net of U een interruptie van mij verwachtte? De voorzitter: Ik keek U aan omdat U er wat van gezegd hebt. Ik heb ook naar mijnheer Huijbregts gekeken en naar mijnheer Van Nunen en naar mijnheer Zwaard, omdat die met mij in het stadsgewest zitten. De heer Valk: U zegt dat we moeten wachten, maar waar wachten we dan op, en hoe lang wachten we dan? Ik heb gevraagd of U ons een nota kunt verstrekken over hetgeen het ons oplevert, tegenover de kosten die we hebben. Die afweging zal het raadsbesluit al dan niet waar moeten maken. De voorzitter: Als je dat nu gaat doen wordt het voor B en W heel moeilijk. Wij hebben ook aan het stadsgewest geschreven dat we er voor ons zelf niet zoveel in herkennen. Ik heb de brief niet letterlijk in mijn hoofd, maar we hebben dergelijke geluiden laten horen als reaktie op de nota "stadsgewest op koers". Dat weet U,want dat is hier in de raad geweest. Dat kunnen we nog wel een keer gaan konstateren,maar dat voegt er op dit moment weinig nieuws aan toe. U weet dat. De heer Valk: Dat weten we inderdaad, maar wat doen we met die wetenschap? Waar wachten we dan op? Wachten we op betere resultaten? De voorzitter: Het lijkt mij dat we moeten wachten op de uitkomst van de ge sprekken die gaande zijn, in die zin: Hoe gaat het stadsgewest zich ontwikkelen? Wordt dat inderdaad een instrument voor de gemeente om in samenwerking nuttige dingen te doen. Dan hoop ik dat dat voor ons ook eens wat zal zijn en dat de uitkomsten daar van ook Zundert eens een keer zullen verheugen. Gaat het de an dere kant op dan moet de kwestie van het lidmaatschap eens onder ogen worden gezien, zoals door alle sprekers is gesteld. Maar nu niet. De heer Valk: Een half jaar? De voorzitter: Ik geef daar het tempo niet aan, maar we houden U op de hoogte. Als er een stadium komt waarin wij menen dat belangrijke uit spraken Uwerzijds geboden zijn, zullen wij U er beslist niet buiten houden. Daar kent U ons goed genoeg voor dacht ik. Ik ga door met de beantwoording.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1978 | | pagina 30