De voorzitter: Het gaat niet over de toneelinrichting. Het gaat over de coulissen en de achterdécors. Daar ging het over. En wij vonden in 1970 - en dat is ook door de raad gezegd - dat subsidiëring daarvan niet nodig was. Daar kun je nu van zeggen wat je wilt, maar het is een gevolg van een destijds genomen besluit. Het heeft destijds ook geen enkel probleem opgeleverd. Dat wil ik wel voorop stellen. Daar draait het om. De heer van der Kloot: Bovendien zal het u bekend zijn dat de achtmaalse dorpsgemeenschap destijds al een heel grote bijdrage gegeven heeft vanuit de kerk. Die heeft namelijk een bedrag van 40.000,- De voorzitter: Ja, dat weten we.Daarop reagerend: ik weet niet wat de verzekerings som was van het patronaat, dat tot dan toe diende. De vraag is of dit nu een funktie was voor de kerk of voor de gemeenschap. Dat is natuurlijk maar betrekkelijk. Het patronaat is uitgebrand en op dat moment zei de kerk: wij doen dit niet meer en wij stellen een deel van de verzekeringspenningen ter beschikking om een gemeenschapshuis te maken. Dat is een betrekkelijke royaliteit geweest. Daarover hoeft men niet zo de klok te luiden. Daar bleef toch wel iets hangen. De heer van der Kloot: 10Was volgens de normen van C.R.M. voldoende geweest en dit schijnt 2CP/o te zijn geweest. Bovendien zegt u: die financiering zou eerder afgelost kunnen worden. Dat kan niet, want in de voorwaarden van de financiering staat dat die in zoveel termijnen moet worden afgelost. De voorzitter: Dan kun je natuurlijk altijd nog pogingen doen om dat geld op een andere manier onder te brengen, maar goedWilt u nog iets zeggen mijnheer van der Kloot? Nee, dank u. De heer A.Jochems: Ja, mijnheer de voorzitter, wij vinden dat het zeven jaar geduurd heeft om dit op te lossen. Wij vinden dat nu de tijd toch gekomen is dat dit gesubsidieerd wordt. De voorzitter: Dat vinden wij ook, maar wij blijven vinden dat de eerste stap van hét stichtingsbestuur niet moet zijn de vraag om subsidie, maar iets anders De heer Bellis: Over de hoogte van de subsidie kan ik dit vertellen. Ik mag dit wel even vertellen, omdat ik er bij betrokken was. De financiën heb ik niet beheerd. Bovendien heb ik van deskundigen horen vertellen: het valt niet mee om daaruit wijs te worden. U zal mij dus ook niet kwalijk nemen dat ik net zo min als u verteld hebt er direkt wijs uit kan worden. Wel is mij bekend wat er geleend is, wat er afgelost is en wat er aan rente betaald is. Vandaar ook die aanvrage. Mocht blijken dat er subsidie is verleend voor een bar, dan kan dat rustig in mindering worden gebracht - en dat moet ook - en terug gestort worden. En dan kom ik terug op die redenen die ik gegeven heb. En dan moet ik toch zeggen namens onze fraktie dat het bestuur vele uren hieraan heeft besteed om het gemeenschapshuis te laten draaien. Zs hebben de financiën op zichzelf zeer gunstig..ja, hoe moet ik het zeggen uitdrukken: er is financieel een gunstige uitkomst

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1978 | | pagina 118