-21- De heer Bellis: Mijnheer de voorzitter, onze fraktie blijft voor de Aa of Weerijs. D.e Hofdreef is voor ons absoluut onaanvaardbaar. De heer A. Jochems: Ons stanpunt is duidelijk; wij hebben daaraan niets meer toe te voegen. De heer ^-ereijgers: Ik dacht dat ook mijn standpunt heel duidelijk was en dat ik er weinig aan toe te voegen heb. Ik wil wel opmerken dat gezien de uitspraken die in de eerste ronde gedaan zijn ten aanzien van de voorkeur van één objekt, het voorstel niet a^në'ehouden behoeft te worden, maar ik weet niet wat het reglement voorschrijft in deze situatie. De voorzitter: Wat ik zoeven heb gezegd. De heer Kunst: Mijnheer de voorzitter, het ziet er naar uit dat in deze raad ingenomen standpunten moeilijk te veranderen zijn, al dan niet met argumenten. Jammer genoeg hebt IJ mij niet kunnen overtuigen van Uw gelijk en het viel mij eigenlijk tegen dat U niet met wat zwaardere argumenten mijn eventu ele slechtere argumenten van tafel veegde. Het verbaast me temeer omdat U zojuist zegt: beide andere plaatsen zijn duide lijk minder geschikt dat de Hofdreef. U heeft in de vorige vergadering ook helemaal niet duidelijk gemaakt waarom de Hofdreef de beste plaats is en in deze vergadering heeft U mij ook nog lang' niet kunnen overtuigen en ik heb eigenlijk nog weinig argumenten gehoord van U. Misschien dat ze nog komen. Van mij ook niet, zeggen ze hiernaast me, maar ik heb er in ieder geval vier opgenoemd. Als de voorzitter van mening is dat deze vier argumenten niet kloppen,niet hard genoeg zijn, dan zou ik het op prijs stellen dat hij ze even van tafel veegt. De heer Jacobs: Ik heb eeö klein vraagje. Wij moeten die voorstellen voor dragen aan een commissie. De voorzitter: Wij moeten aan het woonwagenschap Breda een suggestie doen over een drietal lokaties, waarbij we een voorkeur kunnen aangeven en dan volgt daaruit naar ik aanneem in samen spraak, een keuze. De heer Jacobs: Het zou dus andersom kunnen zijn dan als wij voorstellen. De voorzitter: Dat is mogelijk. Het is mogelijk dat wij de lokatie als juiste vestigingsplaats niet gqfid gezien hebben. Het woon wagenschap moet uiteindelijk en dat staat ook in die rege ling een besluit nemen in overeenstemming met het algemeen bestuur. Dat wil dus zeggen dat de raad en het algemeen be stuur elkaar moeten kunnen vinden. Wij beginnen dus te zeg gen waar wij de goede plaatsen vinden. Wij hebben daar seri eus over gepraat.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 94