- 23 -
/over eens, maar/de volgorde durf ik nu geen oordeel ta geven.
De voorzitter:
Dat kunt U wel, want U bent er voldoende over geïnformeerd.
Ik wil nog eens met nadruk betogen en dan eindig ik de twee
de ronde want dan heb ik iedereen be-antwoord, dat we hier
deze vergadering over door kunnen gaan en een volgende ver
gadering, al dan niet voorbereid door de commissie, maar U
zult altijd in dezelfde nare situatie komen dat Uw verant
woordelijkheid wordt ingeroepen. U kunt dan zeggen: ja of nee.
Ik geloof dat dat ogenblik nu gekomen is. We hebben een voor
stel en we willen graag weten wat U daarvan zegt.
De heer Pellis:
Moet de bedrijfsruimte bij het terrein komen, of kan het op
een aparte plaats.
De voorzitter:
Dat durf ik U niet zo te zeggen. Ik dacht dat het er niet
noodzakelijkerwijs bijbehoorde. Ik heb het ook liever niet
op een grote hoop. Ik dacht dat we moesten afwachten
hoe ze daar van de kant van het woonwagenschap over denken
en hoe ze dat indelen. Ze halen dat niet ten onrechte uit
de plaatselijke sfeer, mijnheer Huijbregts. Wij moeten een
suggestie doen en verplichten ons aan de keuze van het woon
wagenschap gevolg te geven. Dat is niet ten onrechte
want U kunt zich voorstellen als de gemeente een plaats
deze moest aanwijzen en inrichten datfwellicht net over de lands
grenzen zou worden geprojekteerd, als de kans daartoe zou
zijn. Dat het op deze wijze gebeurt is voor de mensen het
beste. Ik ben het met de heer Zwaard eens: als je ze binnen
krijgt behandel ze dan behoorlijk. Het is heus jjeen vrije
keuze dat we U dit voorstellen maar gegeven het beleid dat
we te vertalen hebben is dit naar onze smaak het beste.
Ik stel U voor gelet op hetgeen naar voren is gebracht,
eersteZullen we stemmen over de aanhouding?
Wij hebben geen behoefte het aan te houden! U wel? Goed,
dan zullen we stemmen over de aanhouding!
De heer Zwaard:
Mijnheer de voorzitter, kunt U niet vragen of ze voor aan
houding zijn, ik zie helemaal geen aanhouding!
De voorzitteb:
Dat doen we ook. We gaan nu stemmen over de vraag of het
al dan niet aangehouden moet worden want dat is voorgesteld
van verschillende kanten.
De heer Zwaard:
Ja? Over het punt aanhouding?
De voorzitter:
Wij hebben er geen enkele behoefte aan. We kunnen over het
voorstel zelf ook stemmen, dan weten we hoe U erover denkt.
Het is wel eerlijker. Dan kunt U zeggen of U het ermee eens
bent of niet.
De heer Kunst:
Dat is niet eerlijker!
X