- 22 -
De voorzitters
Dan dacht ik dat de heer Valk nog iets wilde zeggenï
De heer ^alk:
Mijnheer de voorzitter, ik weet niet of de heer Zwaard
doelde op de raadsleden die zich nog niet uitgesproken
hebben. Ik ben het er helemaal mee eens dat wij ons als
raad moeten uitspreken en wil dan ook in tweede termijn
wel een oordeel geven over het voorstel van burgemeester
en wethouders. Ik steun dat voorstel in principe. U
I"laatste vroeg wel geen antwoord op Uw/opmerking in de eerste ter
mijn, maar ik ben het helemaal met die opmerking eens en
ik ben er ook blij mee. Met betrekking tot de inspraak
moeten we vaststellen dat elke inspraak de procedure
moeilijker maakt. Hier misschien wel het moeilijkst,
maar dat neemt niet weg dat je een inspraakprocedure niet uit
de weg zou moeten gaan. Voor wat betreft de opmerking van
de heer Kunst om het eerst in de commissie Groei en Ont
wikkeling te brengen, wil ik opmerken dat het niet uitmaakt
of het er gemakkelijker op wordt ja dan nee, maar het kan
een stuk voorbereiding zijn. Ik heb gehoord dat er enkele
mensen vroegen om uitstel voor deze beslissing. Het wordt
er weliswaar niet gemakkelijker op, maar ik dacht dat we
misschien met een tussenvoorstel nog wat kunnen doen, want
ik geloof dat de commissie in dit geval geen voorwerk maar
nawerk kan verrichten. Ik zou me kunnen voorstellen dat we
als commissie over dit punt eens rond de tafel gaan zitten,
al is het over 1 of 2 weken. Zo maar een idee, mijnheer de
voorzitter, want het is toch wel een heel belangrijke zaak,
maar het zijn ook mensen die ergens moeten verblijven en
als de overheid ons oplegt die mensen ook op te nemen dan
mogen we dat niet uit de weg gaan.
De voorzitter:
Mijnheer Valk, noch het terugverwijzen naar de commissie
noch het organiseren van inspraak lijkt een nieuwe opening
te kunnen opleveren. Punt één: er zal uit die commissie
niets anders komen dan er nu uit de raad is gekomen en
dat is ook de reden geweest waarom wij het direkt in de
raad gebracht hebben. Dit is een zaak die elk raadslid fel
interesseert en waar de commissie toch niet anders zou kun
nen doen dan de eigen meningen geven, waarvan je moet af
wachten wat de anderen zullen peggen. Nogmaaals, het kiezen
van andere plaatsen zal precies eenzelfde aantal belang
hebbenden brengen.
De heer Valk:
Mijnheer de voorzitter, ik doel niet direkt op andere plaat
sen. Ook al weten we het een jaar of langer dat dit moet
gebeuren, is het niet zo -althans bij mij niet- dat ik er
over gedacht heb. De heer Kunst heeft een andere volgorde
op het oog en er zijn raadsleden die daar achterstaan.
Ik geloof dat er argumenten zijn nu een bepaalde volgorde
aan te wijzen, maar ik geloof ook dat de voor en tegen
argumenten in een commissie vergadering nog eens op een
rijtje gezet kunnen worden, zodat de volgorde misschien
wel anders zou komen te liggen. Voor mij ligt dat niet
vast. De mensen moeten er kunnen komen, daar ben ik het
mee eens. Ook iftet de drie aangewezen plaatsen ben ik het