- 15 -
De voorzitter:
Ik zal zo antwoorden.
De heer Huijbregts:
Ik kan TJ namens onze fraktie onomwonden mededelen, mijnheer
de voorzitter, dat wij met dit punt zeer grote zorgen heb
ben. Det woord woonwagencentrum heeft een wrange smaak. Al-
lerwege staat men hier huiverachtig tegenover. Mijnheer de
voorzitter, je zult ze maar als buren krijgen; de goede daar
bij niet te na gesproken. Wij worden van hogerhand gedwongen
een terrein te creëren, daaraan valt niet te ontkomen. Wij
zullen een plaats moeten kiezen die de bestemming krijgt
woonwagenkamp. Ik kan U namens onze fraktie mededelen -en
dat is onze volledige fraktie- dat wij er voor passen een
plaats te kiezen uit de drie in het voorstel genoemde plaat
sen. Wij passen ervoor. Wij staan erop, mijnheer de voorzit
ter, dat er inspraak-mogelijkheden geschapen worden voor de
belanghebbenden en de omwonenden. Wij menen dat de mensen
mee moeten praten. Wij moeten kennis nemen van de argumenten
en de bezwaren van die mensen. Deze zaak moet men niet onder
schatten want dit is een zaak van zeer grote betekenis voor
de gemeenschap van Zundert. Alle mogelijkheden dienen grondig
met de belanghebbenden onderzocht te worden om tot een verant
woorde oplossing te komen. Wij zeggen nu wel, mijnheer de
voorzitter, en dat geeft U al aan in de stukken, dat we begin
nen met de plaatsing van acht wagens, waarbij het bij mij
vaststaat dat het er over 5 jaar misschien wel 15 of 20 zul
len zijn. Daar zullen ze ons misschien ook nog toe dwingen.
Dan lijkt het mij dat de gevolgen voor Zundert niet meer te
overzien zijn. Wij passen ervoor één van de drie plaatsen
aan te wijzen, wij willen inspraak voor de bevolking en dat
is ook Uw mening, mijnheer de voorzitter. Als ik de notulen
van de vergadering van 27 april 1976 erop nasla, dan haalt
U ook aan dat U voor die inspraak-mogelijkheden bent.
De voorzitters
Ik denk dat ik één antwoord kan geven aan alle heren. De heer
Zwaard is het ermee eens, dat is de makkelijkste beantwoording.
Een algemene opmerking naar aanleiding van hetgeen de heren
Huijbregts en Pellis hebben gezegd. Zij zeggenjhou het voor
stel aan en geef inspraak, dat zegt trouwens ook de heer
Kunst. Ik neem eigenlijk aan dat ook de heer Kunst naar een
aanhouding streeft. Ik zou U dat willen ontraden. Ik heb U
in het begin al gezegd: kunt U het zo maken dat U nooit be
zwaren zult krijgen van belanghebbenden. Als U ergens een
loze operatie zou willen gaan organiseren, dan zou dat hier
zijn. U moet nu een besluit nemen, dat zal geen populair be
sluit zijn, het zal U niet in dank worden afgenomen maar U
kunt niet zeggen wij passen ervoor het besluit te nemen met
of zonder inspraakprocedure, maar kunt U zich voorstellen
dat U één lokaiie kunt aanwijzen waarvan de belanghebbenden
/niet en omwonenden/"zeggen dat het ongepermitteerd is dat het hier
komt. Mijnheer Kunst zegt: bij de Hofdreef daar liggen kwekerij-
enj U moet mij eens vertellen waar geen kwekerijen liggen.
Er is een groot kwekersbedrijf in Zundert dat bezwaar maakt;
het grootste. Ik vraag me dan af waar we moeten gaan liggen,
willen we niet bij hem in de buurt liggen. Als het niet is
bij een bedrijf, dan is het bij een veld met aardbeien en
als het niet is bij een sportveld, dan is het bij een bungalow.
Als het niet is bij een bungalow, dan is het bij een stal met