-4- gezien heeft. De heer Valk: Mijnheer de voorzitter, ik heb een lijst met vragen bij U ingediend. II hebt ze inderdaad nog niet kunnen lezen. Ik heb ze bij de secretaris afgegeven omdat U nog niet ter plaatse was. De antwoorden die U nu kunt geven mag U nu geven, ik verplicht U daar niet toe, want het is een hele lijst. Voor de goede gang van zaken lees ik de vragen even voor, mijnheer de voorzitter. Op de eerste plaats:A) Met betrek king tot het afval van de firma Hunter Douglas. Wat is de strekking van het door Uw college opgedragen onderzoek en aan wie is dat opgedragen. Sedert wanneer vinden die stor tingen plaats. Hoeveel is er inmiddels al gestort in Zundert. Waar precies op het terrein en hoe diep. Is die ook in het water van de leemputten gestort. Indien mocht blijken dat dit afval schadelijke gevolgen heeft of in de toekomst kan geven hetgeen volgens verkregen inlichtingen al gebleken is. Mijnheer de voorzitter, U merkte op dat er monsters werden genomen door het waterlaboratorium, geloof ik, dat zou op verzoek gebeurd zijn omdat er al schade was en dat was als ik goed ben ingelicht ongeveer drie jaar geleden dat inder daad de sloten werden bevuild met het overspoelende water van het volstorten van de leemputten. Op het nemen van die monsters is nooit een antwoord gekomen. Wat denkt het colle ge dan te doen met het reeds gestorte vuil indien dat scha delijke gevolgen zal hebben nu en in de toekomst. Bij wie kunnen eventuele schadeclaims worden ingediend. B) Met be trekking tot mogelijk ander gestort schadelijk afval. Is het college bekend met mogelijk andere stortingen die volgens de voorwaarden van de afgegeven hinderwetsvergunning niet zouden hebben mogen plaatsvinden, dit in verband met be richten dat ook vaten met doodskoppen en andere blauwe vaten gestort worden. Is het college bereid ook hiernaar een onder zoek te doen instellen en mogelijk ook nog naar andere stor tingen. C)Met betrekking tot de door B en W afgegeven hinder wet svergunning. Welke argumenten had het college om de vol gende voorwaarden in de hinderwetsvergunning op te nemen: a. niet te storten onder de hoogst voorkomende waterstand; b. dat het vuil met ten minste 80 centimeter grond afgedekt dient te worden. Hoe hoog mag het ontstane maaiveld komen te liggen. Hoe hoog is de hoogst voorkomende waterstand. Zijn van deze laatste twee vragen de antwoorden bekend en zijn deze aan de eige naar van de stortplaats medegedeeld. Is het college bekend dat er ook in het water van de leemputten wordt gestort, dat dit gebeurt staat als een paal boven water, dit is toch in strijd met de gestelde voorwaarden, wat denkt B en W hieraan te doen. Het vuil wordt nauwelijks afgedekt en hele maal niet zoals in de voorwaarden wordt gesteld, dagelijks met 25 centimeter, dit heb ik zelf meerdere malen gekonstateerd, wat gaat het college hieraan doen. Het terrein-gedeelte waar het vuil reeds is ondergedekt ligt veel te hoog voor de om liggende gronden, wat te doen. Is B en W bereid een maximale maaiveldhoogte vast te stellen. Indien blijkt dat de hoogst voorkomende waterstand hoger of gelijk is aan de maat van 80 centimeter onder de aangrenzendê weg en de hoogte van het toekomstige maaiveld niet hoger mag komen dan de aangrenzen de weg respektievelijk omliggende percelen dan zou er volgens

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 4