- 8 -
De voorzitter:
Maar die halve dag is nodig voor onderhoud, zoals II zelf
zegt.
Punt VII van de mededelingen: Ophalen grof-vuil
De heer Jacobs
Heel in het kort; Werkhemersbelangen heeft de vorige
keer voorgesteld het grof vuil één keer per maand op te ha
len. Daar is niet mee akkoord gegaan. Het moet toch gewoon
gemeld worden. Ik wil daar bij opmerken dat/" de gang van
zaken nu is, het melden hetgeen opgehaald moet worden, eigen
lijk maar afgeschaft moet worden. Als de buurman er iets bij
gooit, wordt dat niet meegenomen. Als er gemeld wordt dat
er grof vuil is, moet dat voldoende zijn.
De heer Marijnissen:
Wij kennen de mening van Werknemersbelangen. Daarover is ook
uitvoerig gesproken. Het levert vanwege de kosten nogal wat
moeilijkheden op om één keer per maand overal rond te gaan
rijden om grof vuil op te halen, vandaar dat we toch gekozen
hebben voor de telefonische melding. Ik ben het met U eens
dat het te ver voert om te vragen wat er allemaal ligt. Men
zou hoogsten kunnen vragen hoeveel het ongeveer is in ver
band met de belading en de route. Dat vindt ik wel redelijk.
Aan de andere kant vind ik dat van deze zijde wat soepel
heid betracht moet worden dat als de wagen toch in de straat
komt die wagen het vuil meeneemt, ook al is vergaten te mel
den dat er grof vuil is.
De voorzitter:
Als dat binnen de redelijke perken blijft, zullen we dat
doen. Dat hebben we afgesproken.
Punt IX van de mededelingen: Lichtpunt bocht Weimerstraat,
aansluiting Oude Weimerstraat.
De heer Huijbregts:
Ja, mijnheer de voorzitter, ik heb even moeten lachen. U merkt
op dat U dankzij een aantal meevallers dit kunt verwezenlijken.
Als we de krant lezen, naar de televisie kijken en naar de
radio luisteren, kunnen we op gezette tijden vanuit Den Haag
vernemen dat er nogal eens meevallers zijn. Ik ben blij dat
het begint door te werken in Zundert.
De heer Jacobs:
Mijnheer de voorzitter, wij zouden ook graag enige lantaarnpa
len geplaatst willen zien in de bocht Rucphenseweg/Hazemeren-
straat en aan de Rucphenseweg bij de bijloop, in de bocht voor
het bruggetje.
De voorzitter:
Kan de Wethouder daar iets van zeggen?
De heer Marijnissen:
Ik passeer er tweemaal per dag, dus ik weet hoe het is. Het
is een erg moeilijke zaak omdat er geen kabel in de grond
ligt. Wij hebben er destijds ook eens naar gekeken.
/zoals