- 3 - Daar is de heer Maas, de voorzitter van het Alfertje, bij geweest, maar de uitslag is nog niet bekend. Daar kan ik dus nog geen uitsluitsel over geven. Tenslotte de mededeling dat wij al eerder hebben besloten tot een maandelijkse waterbe monstering van die put, waarvan overigens van de kant van Volksgezondheid werd gezegd dat het een heel betrekkelijke zaak was want het is mogelijk dat je daar ongewenste stoffen in aantreft die dan weer bezonken zijn, zodat je het juiste niet vindt. Maar het is een indicatie die van dienst kan zijn. Ver der hebben wij de ambtenaren van de Dienst gemeentewerken die daarop toezicht moeten houden gevraagd op gezette tijden - tenminste wekelijks - de zaak in de gaten te houden. Ook door de opzichter zal een nauwlettend toezicht op het stort worden gehouden. De belangrijkste tekortkoming die gekonstateerd is, is dat het gestorte vuil wel wordt gladgeschoven maar niet dagelijks wordt afgedekt; dat zou wel moeten gebeuren. Ik geloof dat ik er op het moment alles van gezegd heb, wat we er van weten. De heer Valk: Mijnheer de voorzitter, ik heb Uw woorden beluisterd. Ik heb be grepen dat het geologisch onderzoek nogal enige tijd gaat ver gen. Indien het lang gaat duren ben ik bang voor een ding: stel voor dat het voor de omgeving door de verdere verzilting van de bodem kwaadaardig zou kunnen zijn. H<">e langer het in de grond blijft zitten des te meer schade het berokkent. Ik dacht dat het onderzoek zo snel mogelijk zou moeten gebeuren. De heer Huijbregts: Ik kan me aansluiten bij hetgeen de heer Valk zegt. Met dien verstande, U merkte op dat de heer Arnouts laaggelegen gron den zou hebben, hetgeen gepaard zou gaan met wateroverlast. Maar in die droge periode zou hij daar weinig last van ge had hebben? De voorzitter: Wij moeten elkaar goed verstaan, mijnheer Huijbregts. Er zijn 2 dingen met de heer Arnouts. De aardbeien, nee de wei die is van mijnheer Arnouts. De heer Valk: Nee, van de heer van Hassel! De voorzitter: Oh, van de heer van Hassel en Arnouts heeft de aardbeien ge had. Klopt dat? Allebei! De heer Huijbregts: Het is net andersom. De voorzitter: Goed, ze hebben allebei last gehad van het beregenen van hun produkten met water uit de put. Dit heeft zich afgespeeld in het voorjaar en zomer vorig jaar. Tweemaal, naar ik begrijp. Daarnaast speelt dat er op dit moment een wei in de buurt van die put waterlast ondervindt. Dit is iets wat normaal al voorkomt maar nu des te erger is omdat het water zo slecht van samenstelling is.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 42