-22-
Ik hoop voor hem een waardig opvolger te zijn. Ik wil hier graag
het vertrouwen van iedereen vragen. Ik kom met het volste vertrou
wen hiep^iaar/toe. Ik hoop dat het wederkerig is. Ik hoop ook met
iedereen prettig te kunnen samenwerken in de korte tijd die het
nog inhoudt om een klein steentje te kunnen bijdragen tot -zoals
dat mooi heet- het welzijn en de welvaart van de Zundertse ge
meente. Dank U.
De voorzitter:
Mijnheer Van der Kloot, mijn felicitaties hebt U gehad. Ik weet
niet of er raadsleden zijn die nog wat willen zeggen.
De heer Zwaard:
Ja, dat kost hem twee rondjesJ
De voorzitter:
Hoegenaamd ook beloofd! Of hoe was het ook alweer? Geen rondjes
Niet direktelijk en niet indirektelijki Dus ik zou er maar niet
teveel hoop op hebben. Als hij er één geeft, hebben we geluk
gehad.
De heer nuijbregts:
Ja, mijnheer de voorzitter, ik waardeer de woorden van de heer
Van der Kloot. Ik moet U zeggen dat ik de heer Van der Kloot
ken vanaf de tijd dat hij in de wieg lag. Ik heb veel bij zijn
ouders vertoefd en dat weet hij en ik weet, mijnheer de voor
zitter, dat mijnheer Van der Kloot hier een bijzonder goede in
breng zal hebben.
De heer Valk:
De heer Van der Kloot vroeg ons vertrouwen,mijnheer de voorzit
ter, maar ik wil hier zo maar opmerken dat het vertrouwen wel
blijkt uit het feit dat hij gekozen is in de commissies.
De voorzitter:
Ik zou mijnheer Van der Kloot dit willen zeggen: mijnheer Van
der Kloot,U merkt dat wij het volste vertrouwen in U hebben en
ik dacht dat dat op grondt van de ontvangen berichten niet ten
onrechte was. Ik hoop dat U in het gedeelte van de rit dat U
nog rest,want U valt er tussentijds in, dat U toch de gelegenheid
zult krijgen om goed -zoals dat heet- uit de verf te komen.
Veel succes!
De heer Arnouts:
Ja, mijnheer de voorzitter, nu zijn hierachter de woningen klaar
gekomen en ik wil U vragen of dat weggetje dat erachter komt te
liggen een verlichting kan krijgen en er aan de kant van de Ka
terstraat een poort kan komen of iets dergelijks?Cf hoe had U
erover gedacht om dat op te vangen voor die mensen?
De voorzitter:
Ik dacht dat dat niet op onze weg lag om dat te doen. Ik dacht
dat als daar verlichting moet komen de eigenaar -de Stichting
Bijzondere Woningbouw! dat maar moest doen. Dat is geen gemeen
tezaak.
De heer Arnouts:
Ik dacht dat dat een openbaar weggetje was dat erachter lag?
De voorzitter:
Dat is een andere kwestie. Wij hebben een strookje zelf ge-