-12- dat "bedrijf waren, woningen die dus gewoon als "burgerwoning dien den eigenlijk onvoldoende in de hand konden houden. Wij konden de villa-vorming niet voldoende tegengaan. Vandaar dat U op dit moment van ons weigeringen ziet op de meest futiele dingen bij een woning. Er mag niets meer! Er mag niets meer worden ver anderd aan een woning in het buitengebied die niet-agra- risch wordt bewoond en daar zien we sterk op toe. Wij kunnen dat niet meer toelaten, het spijt ons. Er is er zo een mee weggekomen en dat verpest het dan voor de restmaar dat is nou een keer zo. Het grote verschil en die tweede maat is dat -met alle rook die je er omheen legt de familie Beek daar het bedrijf van bejaar- denhouden uitoefent. Dat is geen agrarisch bedrijfI Je houdt kip pen, je houdt varkens, je houdt koeien, maar je houdt agrarisch geen bejaarden. Dat kan niet. Dat is een bedrijf en ik wil niet zeggen dat het geen eerbaar bedrijf is bejaarden onderdak geven, dat is heel mooi, maar het is een bedrijfsmatige aktiviteit van de heer en mevrouw Beek. Met alle respekt waarop zij dat schij nen te doen, de provincie oefent daar toezicht op uit, ik heb negatiefs daar nooit iets Aan gehoord en ik hegrijp dat het allemaal heel goed gaat, maar het is een bedrijf. Wij hebben nooit van ons leven voor een bedrijf vergunningen toegestaan, voor een niet-a- grarisch bedrijf, want dan zijn we niet thuis. Die verhalen kent ook van ons IJ hebt al genoeg gehoord van de kleine ondernemer die in het buitengebied wat wilde. Wat is daar veel over te doen geweest. Dat hebben we nooit gewild. Nou moet ik wel zeggen dat als U een bouwbeleid van jaren en jaren op de korrel gaat nemen, dan moet U ons niet lastig vallen over de ge vallen die ons uit de hand gelopen zijn of waarin het niet goed gegaan is. Als het niet goed gegaan is op bepaalde punten dan zijn wij de eersten die uit de asbak as halen, die over ons hoofd strooien en zeggen: dat zullen we nooit meer doen. Wij zpllen veel lastiger worden en veel kritischer en de zaken veel grondiger onderzoeken en zullen we niet -zoals de heer Valk zei soepel zijn, maar dan zullen we zeggen: nee, dat kan niet want, oh het zou ons later door de raad worden tegengeworpen dat we dit ver keerd gedaan hebben. Als we dan datt verkeerd gedaan hebben dan moeten we dat ook verkeerd doen. Daar voelen we niets voor. De strijdigheid met het plan is dus duidelijk. Er wordt daar ge bouwd en ik geef toe dat het flauw is zo'n deur, maar ze hebben het gevraagd. Ik zou niet weten wat we gedaan zouden hebben als het zonder vergunning zou zijn gebeurd. Nu niet meer natuur lijk. Je kunt op dit ogenblik en het gaai dan over die gebruiks- bepalingen in het oude plan, althans op grond van het plan wein ig doen. Dat ben ik onmiddellijk met de heer Valk eens. Onze aan dacht is in de laatste tijd meer gevestigd^op de mogelijkheid die de bouwverordening ons biedt. U kent allemaal de geschiedenis van de vestiging van de familie Beek. Er is door de heer Vissenberg destijds een agrarische woning aangevraagd bij zijn boomkwekerij. De heer Vissenberg is boomkweker of was het of wist dat voor te wenden. Wist ons in ieder geval in de waan te brengen dat hij daar zou gaan wonen en nog tijdens de bouw werd de zaak verkocht aan de familie Beek. En daar stonden we toen. Wij hebben de zaak inderdaad een tijd zo gelaten. Artikel 552 van de bouwverordening zouden we eens kunnen onderzoeken,. Naar mate de aandrang gro ter wordt de zaak te legaliseren, zal bij ons de nood-zaak er iets aan te gaan doen sterker gaan spelen. Legaliseren is een ding om iets nog eens oogluikend toe te staan, een ander ding is om het werkelijk te erkennen. Daar hebben wij geen zin in, dat willen we niet. Niet omdat we iets tegen die bejaardenvesti ging hebben -dat is een lief bedrijf- maar omdat we niet wil-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 223