-20-
handeling van de feiten, al het andere heeft er niets mee
te maken. Wat is in hoofdzaak? En de wet bepaalt niet wat
in hoofdzaak is. Er staat nergens in de wet wat 70$* 60$, 51$
in hoofdzaak is. >Als dat er niet staat dan dacht ik
dat men van een Nederlandse gemeenteraad mag verlangen
l~dat hij en verwachtenl~ze Nederlands gebruikt en Nederlands begrijpt.
^n dit geval wanneer men moet kiezen tussen twee gedeelten
en waar U zelf schrijft dat de oppervlakte het criterium
is -IJ schrijft zelf dat de oppervlakte van het woongedeelte
het grootste is- en toch draait U de zaak om en zegt U
het gebouw toch niet in hoofdzaak als woning te zien. Dat
is voor mij onbegrijpelijk. Het heeft me ook verbaasd, mijn
heer de voorzitter, nadat ik na enig aandringen en voorbeel
den aanhalen via de laatste hoorzitting, dat U ook nu niet
in de stukken tot uitdrukking laat komen -hoewel ik het drie
keer getracht heb te vragen- wat nu in hoofdzaak voor U be
tekent. Het is een term die niet in de wet is vastgelegd
en dan zal toch dacht ik dat in hoofdzaak -wanneer het over
twee verschillende dingen gaat- de helft plus één zijn. Nu
dan is het duidelijk dat het grootste gedeelte, of dat het
gebouw in hoofdzaak, woning is, gezien Uw eigen door Uzelf
gelegde criteria. Mijnheer de voorzitter, het gebouw ziet
er aan de buitenkant uit als een woning, het wordt voor
het grootste gedeelte gebruikt als een woning en toch komt U met
de onverklaarbare zinsnede van: in hoofdzaak is het geen wo
ning, op de proppen. Het is voor mij onbegrijpelijk dat U
dit argument -dit door U zelf geschreven als het belangrijk
ste argument- naarvoren durft te brengen.
-^e voorzitter: /dat
Ik wil mijnheer Valk erop wijzen/de bepalingen die hij aan
haalt uit de Wet op de Ruimtelijke Ordening en de overgangs
bepalingen daarbij behorend over gebruiksvoorschriften, van
toepassing zijn op plannen die onder de werking van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening tot standkomen, waarbij ik toch
de heer Valk moet vragen of hij een vreemdeling in Jeruza
lem is dat hij niet weet dat er een geweldige achterstand is
-niet alleen in de gemeente Zundert maar in het hele land-
ten aanzien van de aanpassing van oude bestemmingsplannen
aan de Wet op de Ruimtelijke Ordening. Wij zijn nu bezig met
een bijzonder omvangrijke operatie om het bestemmingsplan
Buitengebied aan te passen, maar het is onmogelijk gebleken
om -niet alleen hier maar het is een verschijnsel dat zich
gelijkelijk voordoet in tal van andere gemeenten- aan die
termijn de hand te houden. U kunt op de voorschriften die U
aanhaalt geen beroep doen. Op dit moment geldt het bestem
mingsplan zoals het daar ligt, ipet de voorschriten die daarin
staan en daar is het mee gedaan. Als U zegt dat de criteria
die B en W aangeven geen steun vinden in het plan, dan zou
je misschien kunnen zeggen -als U dat van mening zou zijn-
wat is de bestemming dan wel daar. De bestemming daar is
woningbouw en verder niks. Dus dan kun je niet zeggen daar
laat ik een bedrijfsruimte toe. Dan mag er helemaal niets,
■^aar wordt een bedrijfsruimte tot stand gebracht, dat mag
niet, want je mag alleen maar een woning bouwen en dan lig
je er helemaal uit. Ook van belang is om even op te mer
ken dat in afwijking van de bestaande bebouwingsvoorschriften
van én het bestemmingsplan én de Bouwverordening de bestaan
de panden,het zijn wat oudere panden, onder het overgangs-