O -18- betreft, mijnheer de voorzitter. Ik wil er niet meer over zeggen. Ik dank U wel. De voorzitter: Mijnheer Hoekman wilt U er voor Uzelf nog wat aar^fcoevoegen? U hebt het woord gevraagd en U hebt het nu. De heer Hoekman: Mijnheer de voorzitter, als lid van de commissie van bijstand volkshuisvesting en sociale zaken voel ik me verplicht mijn standpunt inzake Vreijsen uiteen te zetten. Over het schrijven dat wij een dezer dagen van de heer Vreijsen ontvingen, wil ik. De voorzitter: Mag ik U even onderbreken? De heer Huijbregts zei dat hij sprak namens de heer ^oekman, moet ik begrijpen Ik dacht een ogenblik dat het namens de heer Van Nunen was, maar De heer Huijbregts: Ik heb gesproken namens mijzelf en de heer Hoekman. De voorzitter: Dank U wel De heer Hoekman: Over het schrijven dat wij een dezer dagen van de heer ^reijsen ontvingen, wil ik op enkele punten mijn visie geven. Bij punt één, ik citeer de woorden van de heer Vreijsen:Dat het college van B en W van de gemeente Zundert geen belemmerin gen in de weg legt aan ondernemers:die wegens uitbreiding van hun bedrijf woningen of een gedeelte van de woning" op ófferen voor hun bedrijf. En dan komt hij met enige voorbeel den o.a. Jochems. Bruijns en Oostvogels e.d. De heer Vreijsen had kunnen weten dat deze allemaal liggen in een gebied waar voor geen bestemmingsplan aanwezig is. In de hoorcommissie heeft de heer ^reijsen verklaard dat er geen woningnood meer zou bestaan, 33c kijk dan alleen nog maar naar de jonge stel letjes die op een woning wachtep. Ik wil niet verklaren dat er een hopeloze toestand bestaat wat betreft woningen maar ik kan U wel mededelen dat er momenteel nog 84 personen staan ingeschreven, waarvan de eerste is ingeschreven op 14 septem ber 1973* Daarbij hebben we nog 6 urgentie gevallen die wij tot op heden nog niet aan een woning hebben kunnen helpen. Wat de jonge mensen betreft, ook die hebben recht op het ver krijgen van een woning. Wethouder Marijnissen, aldus de heer Vreijsen, heeft de macht om zijn schoonvader te helpen. Dat zijn woorden die voor de verantwoording van de heer Vreijsen zelf zijn, maar in de hoorzitting is het antwoord van de voor zitter dat het gehele college achter de weigering van de bouw vergunning stond, dus telt de stem van wethouder Marijnissen in dit geval niet mee. Duidelijk wil ik verklaren dat het mij niet gaat om de perseon Vreijsen contra de bewoners van het te verbouwen pand. Hoewei j_k de moeilijkheden van de heer Vreijsen niet onderken, kan ik de wettelijke voorschriften niet uit de weg gaan en zal daarom ook het voorstel van ftet college steunen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 18