- 31-
keergelegenheid voor gehandicapten een goeiie zaak is. Maar we zouden ze
kunnen maken hij het parochéehuis. Het door u gevraagde roept een aantal
vragen ojvKrijgen we daarmee niet te veel een versmalling van het trot
toir? Je moet toch voor die parkeerplaats, al hoeft het niet te zijn
voor een Chevrolet of een bmw, toch een soort standdaardmaat aanhou
den. Men moet daarop gemakkelijk kunnen parkeren. Ik weet niet of
Rijskwaterstaat er gelukkig mee zal zijn. De wethouder zegt mij dat ze
toch hij het parochiehuis kunnen parkeren. Daar zou je die parkeerplaatsen
zeker kunnen maken. Want daar wordt toch maar geparkeerd door mensen die
niets met het parochiehuis te maken hehhen. Wat dat hetreft zou het een
goede voorziening zijn.
De heer Arnouts:
Men moet er vanuit gaan dat we de afstand in de richting
van het dorp zoveel mogelijk moeten bekorten in het belan& van die
mensen. Op de Markt zijn er al twee parkeerplaatsen. Voor de invalide
scheelt iedere meter een stuk. Daarom had ik gedacht ze daar te maken.
Het is maar een voorstel.
De voorzitter:
We onderschrijven uw voorstel om te zoeken naar parkeerplaatsen voor
invaliden en die voor deze mensen te reserveren. Dat moeten we zeker
doen. Dat ligt ook besloten in ons vorige voorstel. Alleen de vraag of
we dat op dat punt, op dat trottoir moeten doen, zullen we nader bestu
deren.
De heer Arnouts:
Als we ze daar creëren krijgen we natuurlijk wel twee extra plaatsen
in de kom van het dorp. Dat zou toch wel interessant zijn voor die
mensen. Dan hebben ze geen last meer van in- en uitrijden, zoals op andere
plaatsen.
De voorzitter:
U moet de zaak toch wel zuiver zien. Als je gehandicapt bent en je zit
in de auto, dan heb je verder geen problemen. Dan beweegt hij zich
net zo als iedere andere automobilist. Het gaat er maar om dat je een
parkeerplaats kunt vinden. We moeten de zaak wel zuiver blijven stellen.
De heer Arnouts:
Ik wijs op de afstand naar de kerk. Verder is de afstand naar andere
richtingen voor die mensen ook korter. Op de plaatsen, waarover u
spreekt kunnen ze de auto toch wel kwijt. Daar is altijd plaats.
De voorzitter:
Dat ben ik niet met u eens. Maar ik geloof niet dat we daarover
moeten hakketakken. We zullen het bestuderen en u krijgt er een antwoord
op.
Sluiting Niets meer te behandelen zijnde sluit de voorzitter de Vergadering met
het voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van 27 september 1977»
De raad voornoemd,
de sekretaris, de voorzitter,
M/M