-21- De heer Valk: Dikwijls worden die plannen gemaakt na het horen - zelfs met inspraak van "buiten de raad - en dan gaat hij plannen maken. Wat krijgt hij nu mee? Hij krijgt van u mee dat de raad een grotere verdichting wil. Mis schien zal een meerderheid wel voor die 24 zijn, maar voor mij is dat nog geen duidelijke zaak. Laat de raad zich daarover uitspreken. Ik dank u wel. De voorzitter: Dat is al lang gebeurd. Daar was u niet bij. De vorige keer. Daar zijn geen aantallen genoemd. Maar aantallen willen we geen van allen precies noemen. Niemand wil zich aan een aantal binden. We vragen aan de stede- bouwkundige om een verdichting en daarmee is het uit. En verder krijgt u op dit moment van niemand te horen welk aantal hij precies wil hebben. Dat kan niemand zeggen. De heer Valk: Ik geloof dat u en de raad mijn mening wel kent. Ik zou graag zien dat de stedebouwkundige iets mee kreeg, waar de meerderheid van de raad achter kan staan. Ik dacht dat dat de procedure wel wat zou kunnen ver gemakkelijken. De voorzitter: Ik dacht dat ik tot nu toe begrepen heb van de verschillende frakties dat dit standpunt wel een meerderheid krijgt. De heer Laseroms: Mijnheer de voorzitter, ik dacht duidelijk dat we de vorige keer van de meerderheid van de raad de opdracht meegekregen hebben dat we moesten gaan praten met de eigenaar over het verlangen dat we meer dan acht woningen moesten laten bouwen. We hebben de opdracht gekregen: meer dan acht woningen bouwen. De heer Kunst: Zeg dan hoeveel. De voorzitter: Dat is onzin. We gaan nu niet zitten hakketakken over tien, twintig of dertig woningen. Het gaat er om dat we tot een verdichting komen van de bebouwing. De vorige keer is daarover uitdrukkelijk gezegd dat acht niet goed genoeg was. Er moesten er meer komen. Er moesten meer mensen de gelegnheid hebben daar te bouwen. We hebben die boodschap meegenomen. We zijn naar de stedebouwkundige gegaan. We hebben hem zo snel mogelijk gevraagd daarop te willen reageren. Daar heeft de vakantie nog tussen gezeten. Ik heb daarover kort geleden nog een telefonisch gesprek gehad. Daaruit is gekomen dat een dertig tal misschien wel wat veel is. Hij wilde dat nog graag bekijken. Hij nam de boodschap mee dat er meer dan acht op konden. Goed, dat leggen wij u nu hier voor en fla.n nemen we een voorbereidingsbesluit. En we laten de stedebouw kundige een plan ontwerpen. Maar dan moet u niet een uitspraak vragen van de raad: het moeten er zoveel worden. Dat is onzin. De heer Kunst: U moet mij goed begrijpen, mijnheer de voorzitter. Ik wil gewoon de heer Valk steunen, niet om uit te maken of er nu precies 12, 14, 16 of meer woningen gebouwd moeten worden. Maar ik geloof toch dat, wanneer de stedebouwkundige - ik dacht dat de heer Valk dat bedoelde - een bepaalde richtlijn krijgt uit de raad van: kijk, we hadden op dat perceel in verband met de entree van Zundert niet gedacht aan het maximaal aantal woningen dat er op kan. Wanneer we hem een dergelijke boodschap mee zou den willen geven, dan kan ik me voorstellen dat de stedebouwkundige een

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 176