De voorzitter: Dat is het. De heer Valk: Ik was het niet zo eens met de sèedebouwkundige die we hadden voor het huidige bureau. Maar ik vond dat een van de meest geschikte onder delen die in het plan zat. De voorzitter: Dat is een kwestie geweest van ooit eens een bebouwingsstrookje tekenen. Het is een epen bebouwing, maar vraag niet op welke manier. Dan worden het in verband met de grondprijzen, die daar zullen gelden, drie vrij grote woningen,drie zware knotsen, die een grote kubieke meter—inhoud hebben. Zij zullen dan ongetwijfeld domineren en dat vinden wij ook niet zo geslaagd. We willen wel een rangschikking van be bouwing mogelijk maken. Het eerste plan was estetisch gezien bizonder goed. Maar daarop bestond vanuit de raad kritiek. Kritiek van die aard dat ik daarop geen voldoende weerwoord gehoord heb. Kritiek omdat het te weinig woningen waren. Dat werd vrij algemeen ge steund. Zo was het, met die restrictie dat de heer Kunst het er niet mee eens was. Je kunt niet zeggen dat er niet een grote mate van een stemmigheid was. Er werd van diverse zijden aangedrongen op een ander plan en dat was voor ons aanleiding om de zaak nader te bekijken. Ik geloof dat ik de heer Valk nu voldoende beantwoord heb. De heer Huijbregts: Onze fraktie, mijnheer de voorzitter, is voor een voorbereidingsbesluit. Wij kunnen met het voorstel van het kollege meegaan, alhoewel er bij ons een andere suggestie geleefd heeft, mijnheer de voorzitter. In die zin dat er bij ons stemmen opgingen om de villa te behouden en er een bestemming aan te geven van een gezinsvervangend tehuis voor ge handicapten. Wij hebben daarover overleg gepleegd met een aannemer voor wat de restauratie en aanpassing betreft. Maar het daarmee ge moeide bedrag wil ik liever niet noemen, maar het ging om een bedrag van meer dan een miljoen gulden. De aannemer wil ik niet noemen. De voorzitter: We kunnen het er vlot over eens zijn dat een aanpassing van de villa tot een gezinsvervangend tehuis voor gehandicapten vrij veel geld kost. Voor dit soort gebouwen moet je in principe denken aan nieuwbouw. Een huis als dit is naar mijn mening voor dat doel volstrekt ongeschikt. TJ spreekt over een miljoen, dat nodig is voor modernisering en zo. Dat is misschien teveel van het goede. Dat huis is ekonomisch niet te houden. Bovendien heeft het, zoals ik de vorige keer gezegd heb, meer nostalgische dan estetische waarde. De prijs die het zou moeten doen en de kosten die er aan verbonden zijn om dit huis bewoonbaar te maken - het is een ouderwetse bouw uit 1912 of rond die tijd - zijn zodanig dat het economisch niet verstandig is dat huis te behouden. Wil je dat huis kopen en de kosten maken, die nodig zijn om het te be houden in de partikuliere sfeer - in de publieke sfeer zie ik er al helemaal niets in zitten, dan zou je niet willen dat er op de voorgrond een aantal huizen komt te staan. Het is de ligging van het pand op het perceel met de zeer ruime tuin er voor die de situatie bestendigen kan. Er is niemand die dat kan en wil betalen. Die het betalen kan zal daarin niet willen wonen. En daarom is dat huis feitelijk niet te houden. Bent u het daarmee eens? De heer Kunst: Ik heb er geen bezwaar tegen een dergelijk voorbereidingsbesluit. Ik was de vorige raadsvergadering wel tegen een voorbereidingsbesluit, omdat er toen duidelijk bij een aantal raadsleden de wil uitsprak om de zaak daar tegen te houden, o.q. om daar bejaardenwoningen weg te zetten.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 173