-6-
Cij dit moment niet gebeurt enCër derhalve nog niet aan toe zijn, dan komt
dat niet omdat we er geen zin in hebben, maar dan komt dat omdat er aider
werk is, dat ook door uw raad urgent wordt geacht - de wethouder van
openbare werken kan ongetwijfeld een hele lijst van allerlei mogelijke
dingen zo maar uit de mouw schudden - en waarnaar door uw raad ook ge
vraagd wordt. We zijn er nog niet aan toe. Wil wethouder Marijnissen
daarop inhaken? Het lijkt me wel verstandig.
De heer Marijnissen:
Dank u wel, mijnheer de voorzitter. Het is zo, mijne heren, er is een
bepaalde kapaciteit waarmee een bepaalde hoeveelheid werk gebeuren kan.
We hebben allemaal kunnen zien wat er de laatste tijd in het hele Berk
plan gebeurd is. Wat daar gerealiseerd is en wa t daar aan voorberei
dingen gedaan is. We zijn bezig met het sportterrein van D.J.A. We zijn
bezig geweest met rekonstrukties van diverse wegen, waaronder de Nieuw-
moerseweg. Er zijn diverse andere werkzaamheden, die gebeuren moeten.
Daarbij horen heel wat voorbereidingen. Nogmaals, het is eigenlijk zo:
er is enig werk gedaan aan de Achtmaalseweg, maar het is niet zo dat we
met een preadvies aan de raad kunnen komen. Zo ver zijn we nog niet.
Maar nogmaals: het is een kwestie van kiezen. Als u zegt dat het een zo
danige urgentie heeft dat er andere dingen weg gelegd moeten worden of
dat het op een andere maniet aangepakt moet worden, dan hoor ik dat
graag van de raad.
De voorzitter:
Ik geloof dat als wij hier nu zeggen dat we er nog niet aan toe zijn,
dan doe ik dat - de wethouder haakt daarop in - zo gereserveerd om geen
toezeggingen te doen. Als wij gaan zeggen: het gaat binnenkort komen,
dan zegt u een paar vergaderingen later: ja, u hebt gezegd dat het bin
nenkort zou komen. Ik hou me liever voor het kollege wat gedekt. Ik heb
liever dat het meevalt dan dat het tegenvalt. In alle redelijkheid moet
ik zeggen dat we op korte termijn daarover geen voorstellen kunnen doen.
Dat is het antwoord.
De heer Valk:
Mij ging het ook niet zo specifiek om de uitdrukking van korte termijn,
was Maar uw antwoordman die aard dat u gezegd heeft: wanneer dat komt, dan
zien we dat wel. Maar mijn opmerking moet meer geplaatst worden
in het verband van het beleid van Minister Westerterp met betrekking tot
het
De voorzitter:
Mijnheer Valk, ik heb u vóór mijnheer Hoekman laten gaan voor het plaat
sen van een korte opmerking. Weet u het nog? Maar als we nu beginnen
over het beleid van Minister Westerterp, dan vrees ik dat we toch wel....
Ik dacht dat ik mijnheer Hoekman tekort zou doen. Want die was aan de
beurt.
De heer Valk:
Mag ik dan na mijnheer Hoekman daarop terugkomen? Is dat de bedoeling?
De voorzitter:
Nouu kunt het wel afronden, als u het wilt.
De heer Valk;
Dat wil ik wel doen.
De voorzitter:
Maar dan wel in het kort.
De heer Valk:
Mijn opmerking was speciaal, omdat ik dacht dat door het beleid van
Minister Westerterp behoorlijke subsidies op dit ogenblik worden ge-