-5-
Mededelingen Mededelingen
De voorzitter:
Wie wil iets naders weten over de gedane mededelingen? De heren ïellis
en Hoekman.
De heer Bellis:
Mijnheer de voorzitter} hij de behandeling van de begroting zijn naast
de fietspaden langs de Rucphenseweg en de Meirseweg ook de fietspaden
langs de Achtmaalseweg aan de orde geweest. Toen is door het kollege
gezegd dat mettertijd hierover nadere mededelingen zullen worden gedaan.
Nu krijgen we dan hier mededelingen over fietspaden langs de Meirseweg
en de Rucphenseweg. Mijnheer de voorzitter, ik mis de Achtmaalseweg»
Neem mijn niet kwalijk: ik vind die ook heel urgent. De achtmaalseweg is
een gevaarlijke weg, een drukke weg. Vandaar dat fietspaden langs die
weg zeer urgent zijn. De schoolkinderen moeten wannes* ze naar school
gaan van die weg gebruik maken. Al bij al spijt het me zeer - hoe blij
ik ook ben met de mededeling dat er mogelijkheden liggen voor de
Rucphenseweg en de Meirseweg - dat de Achtmaalseweg niet genoemd is.
Mijnheer de voorzitter, is die weg in de doofpot gest opt?
De voorzitter:
Hoe komt u daarbij? Er is niets in de doofpot gestopt.
De heer Bellis:
Hij wordt niet genoemd.
De voorzitter:
Het zal u niet ontgaan zijn dat de wegen die hier genoemd zijn de pro
vinciale waterstaat betreffen. De provinciale waterstaat, die nu in
een versnelling is gekomen, legt thans op tafel plannen voor reeds be
staande voornemens. Wij hebben daarnaar gevraagd. Wij zijn nog niet zo
ver met de Achtmaalsweg. We hebben dat nog in studie.
De heer Bellis:
Maar dat komt er toch.
De voorzitter:
Dat weet ik niet. Tegelegenertijd zullen u daarover mededelingen gedaan
worden. Zover is het nog niet. Dat zijn van die zaken, waarmee nog voort
gegaan wordt. Wanneer een en ander afgerond is, kan ik u nog niet zeggen.
Laten wij ons gezamenlijk verheugen - dat doet u en dat doen wij ook -
in het feit dat met name voor de Rucphenseweg - ik dacht dat dat de meest
urgente was - de fietspaden zo in de versnelling zijn geraakt. Het eerste
bezwaar is al binnengekomen. We zullen het dus verder afwachten. Het
woord is nu aan de heer Hoekman of wil de heer Valk op dit punt inhaken?
U kunt over wat de heer Bellis zei nu een korte opmerking plaatsen.
De heer Valk:
Met betrekking tot de opmerking van de heer Bellis heb ik begrepen dat
aan het fietspadenplan voor de Achtmaalseweg wel gewerkt wordt. Ik ben
het met hem eens dat dat een heel urgent geval is. Als het kollege dat
opneemt in de zin van: we weten nog niet wanneer het klaar is; we komen
er wel eens aan toe, dan lijkt het me verstandig daarover de mening van
de raad te hebben. Want ik neem aan dat wanneer de overige raadsleden
het ook urgent vinden, burgemeester en wethouders wellicht iets sneller
aan dat plan gaan werken.
De voorzitter:
Mijnheer Valk, mag ik daarop nu even inspringen. Kijk, als de raad dan
ook even wil aangeven welk ander werk er moet blijven liggen dan zullen
wij ongetwijfeld aan die uitspraak van de raad gevolg geven. Als het op