niet spekuleren over de vraag wat mijnheer Beek bedoeld kan hebben, als we de betrokkenen de gelegenheid gaan bieden overeenkomstig het gestelde in onze voorschriften om de bezwaren toe te lichten in een speciale hoorzitting, bestemd om uw raad straks in te lichten over al datgene wat appellant naar voren brengt. De heer Arnouts: Mijnheer de voorzitter, als ik er nu hier niet verder op mag ingaan, dan kom ik er straks wel op terug. De voorzitter: U krijgt straks alle gelegenheid als lid van de kommissie om aan de heer en mevrouw Beek te vragen wat daarmee bedoeld wordt. U kunt er breeduit over spreken in de vergadering, waarin het pre-advies van het kollege behandeld zal worden. Maar nu niet. De heer Arnouts: Dan kom ik er op terug, mijnheer de vonrzitter. De heer Huijbregts: Kan er op dit punt bij de rondvraag terug gekomen worden? De voorzitter: Dat lijkt me niet, omdat deze zaak in een formeel voorgeschreven proce dure is gebracht. De heer Huijbregts: Kijk, ik wil er nu natuurlijk niet verder op ingaan, maar als er gespro ken wordt over het meten met twee maten dan zou ik er toch wel duidelijk heid over willen hebben, als ik er verder op wil ingaan. De voorzitter: Dat moet u niet doen, mijnheer Huijbregts. Zoals u weet, is de heer Ar nouts er hevig naar benieuwd. De heer Arnouts zal zeker degene zijn, als ik er niet naar zou vragen, om op die opmerking in te gaan bij de hoor zitting. Dan zullen wij horen op welke manier de heer of mevrouw Beek menen te kort gedaan te zijn. Daar gaat het helemaal om. En straks krij gen we dat in een verslag van de kommissie te horen. Ik dacht dat het niet verstandig was om daarop te spekuleren totdat die hoorzitting heeft plaatsgevonden. Dat is geen grapje, maar dodelijke ernst. Je moet een beroep niet als het ware van tevoren gaan bespreken. Dus niet voor dat appellant de gelegenheid heeft gehad om het bezwaar toe te lich ten. Dat zou niet juist zijn. Ik neem aan dat u het daarmede eens bent. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens besloten om het onder VIII vermelde bezwaarschrift ter voorbereiding in handen van burgemeester en wethouders te stellen. Nadat zonder diskussie of hoofdelijke stemming besloten is om de stuk ken, vermeld onder IX ter voorbereiding in handen te stellen van burge meester en wethouders, wordt eveneens zonder diskussie of hoofdelijke stemming besloten om de stukken vermeld onder X voor kennisgeving aan te nemen. Zonder diskussie of hoofdelijke stemming wordt daarna besloten om het onder XI, sub 1, genoemde stuk ter afdoening in handen te stellen van het kollege van burgemeester en wethouders, terwijl zonder diskussie of hoofdelijke stemming ten aanzien van de stukken vermeld onder XI, sub 2, besloten wordt deze te behandelen overeenkomstig de daarbij door burgemeester en wethouders voorgestelde procedure.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 159