-12- De voorzitter: Natuurlijk. Ik weet niet of andere heren van mening veranderen zoals de heren Pellis en Arnouts nu gedaan hebben. Als de raad in meerderheid het voorstel afwijst, dan zullen wij ongetwijfeld gaan praten. Er zal gepraat moeten worden. De heer Jacobs: Gewooi)6pschuiven naar de volgende vergadering. De voorzitter: In de volgende vergadering komt het opnieuw aan de ordea. De heer Kunst: Ik zal er niet veel meer over zeggen. Ik heb er in principe een heel grote hekel aan om mensen door middel van een vraag te gaan dwingen niet te zeggen wat zij er over denken. De heer Pellis verandert door uw argumentatie enigszins van mening. Ik zal alle eer aan u geven. Door uw argumentatie dus. U heeft nog duidelijker gewezen op de financiële gevolgen van de in de raad gedachte handelwijze. Misschien dat er nog meerdere heren zijn die daarover denken. Ik zou het willen vragen aan de heren Arhouts en Huijbregts. Ik ken het duidelijke standpunt van wethouder Laseroms. Die is voor het plan. Ik ken niet het standpunt van wethouder Marijnissen, want ik dacht van mijn wethouder gehoord te hebben dat er in het kollege niet volledige overeenstemming bestond over deze zaak. U hoeft het niet te doen, maar ik zou toch graag willen weten wat de heren er over denken. De voorzitter: Ik heb het u eigenlijk al aangegeven. Ik dacht dat de andere heren voor zichzelf moesten spreken. Wethouder Marijnissen geeft mij toestemming om te zeggen hoe de zaak gegaan is. Ik wil wel zeggen dat het niet ge- bruikeliijk is om bij ieder besluit, dat in het kollege gevallen is, meningen en de uiteindelijke standpunten over de tafel te laten komen. In principe is het kollege een eenheid. Het is aldus gegaan, dat de heer Marijnissen inderdaad de kwestie heeft aangekaart van de bejaardenwoningei en de sociale woningbouw. De heer Marijnissen heeft daarop niet doorge zet-en de zaak is als gevolg daarvan zonder stemming afgewerkt-, omdat de heer Marijnissen naar mijn idee de financiële kanten daarvan onover zichtelijk vond. De heer Marijnissen: Zo is het wel in grote lijnen. Alleen hadden wij over de financiële kant nog weinig informatie. De voorzitter: Maar het is partikuliere grond. Het is een partikuliere transaktie. De heer Marijnissen: Voor mezelf heb ik me georiënateerd hoe zo'n voorstel in de raad ligt. De raad valt me wat dat betreft mee. De heer Arnouts: Ik heb me gisteren uitgesproken hier in de kommissie. Dat is u bekend. Ik heb gezegd dat ik er voorstander ben om acht bungalows te zetten, in plaats van drie .cf vier, omdat ik van mening ben - en dat blijf ik nog - dat die acht bungalowè gedeeltelijk betrokken zullen worden door Zundertsi mensen. Worden er drie gebouwd dan zijn ze van die prijs dat ze waar schijnlijk niet door Zundertse mensen betrokken worden. Daarom ben ik van oordeel dat ik dacht dat het beter was dat er acht kwamen. Dat heb ik u gisteren ook gezegd. Dat is u ook bekend. En daar blijf ik bij.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 147