-13-
Ongegrondverklaring 4«
beroep van de heer
Vreijsen tegen weige
ring bouwvergunning ver
bouw dubbel woonhuis
tot één woning met kan
toorruimte.
niet teruggekeerd is uit het vooroverleg bij de Provinciale
Planologische Commissie.
Zonder discussie of hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig
het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Voorstel van burgemeester en wethouders tot ongegrondverkla-
ring van het beroep van de heer A.P. Vreijsen, wonende te
Zundert, tegen de weigering van de bouwvergunning tot verbouw
van een dubbel woonhuis, gelegen aan de Meirseweg, tot één
woning met kantoorruimten.
De voorzitters
Dan heb ik hier een stuk dat U wel met bijzondere belangstel
ling zult hebben gevolgd; de kwestie van het beroep van de
heer Vreijsen. Daar wil als eerste wethouder Laseroms iets
van zeggen.
De heer Laseroms:
Mijnheer de voorzitter. Ik wil niet zozeer op het voorstel
ingaan. Wij hebben de brief van de heer Vreijsen gekregen en daar
zitten eenheleboel r-naar mijn mening-redelijke argumenten
inf maar ik betreur één ding dat hij de objektiviteit van
wethouder Marijnissen in twijfel trekt. Ik kan van deze
plaats af getuigen dat in de vergaderingen die ik van B en
W heb meegemaakt de verhouding schoonvader-schoonzoon in
deze beslissing en in dit advies geen rol heeft gespeeld.
De voorzitter:
Ik zou dat eigenlijk nog wat willen aanstrepen met een ver_
dergaande opmerking. De suggestie -op z'n zachtst gezegd-
ligt in het stuk dat wethouder Marijnissen zijn schoonvader
probeert te helpen nu hij als wethouder daar de macht toe
heeft. Dat heeft hij, maar wij zitten met z'n drieën. Ik
betreur het wel dat op deze manier de suggestie wordt ge
wekt -niet alleen dat de heer Marijnissen aan persoonlijke
belangen van zijn schoonvader een onevenredig zwaar ge
wicht zou hebben- maar dat wij hem daarin zouden zijn ge
volgd. Ik vind dat een veronderstelling die toch wel -als
je er over nadenkt- vrij ver gaat en die ik in een ruimer
verband dan alleen de aantijging aan het adres van de heer
Marijnissen -van wie ik zonder meer kan zeggen dat dat
inderdaad uit de lucht gegrepen is, zover wil ik wel uit
het college klappen, net als mijn collega hier naast me-
zie, dat wij het toch wel betreuren dat hier de suggestie
wordt gewekt dat wij inderdaad deze zaak voor de heer Mar-
rijnissen in de valies hebben willen kappen. Wij doen dit
soort dingen af zonder aanzien des persoons en op zo goed
mogelijke gronden als wij menen dat aanwezig zijn. Daar
kunt IJ het niet mee eens zijn maar wij trachten toch wel de
zaak naar recht en eerlijk te behandelen.
De heer S. Jochems:
Mijnheer de voorzitter. Wij zijn in principe wel akkoord
met het voorstel van het college maar zouden het volgende
willen voorstellen: l) het bestemmingsplan te wijzigen;
2) de drie woningen te handhaven; 3) gezien de ruimte