-27- We hebben het belang van die zaak voldoende onderstreept. We hebben nog geen antwoord. De heer Valk: En dan wachten we maar. De voorzitter: Ja. We zijn daar geen baas in huis. De onderzoeksinstelling hebben we twee weken geleden nog aanvullende gegevens gezonden. Het zal dus nog wel even aanlopen. Maar het is een ingewikkelde zaak. Vergist u zich daarin niet. Het gaat over de vraag in hoeverre de bodem doorlatend is. Dat is een zaak die je niet zo maar even met het losse handje beantwoordt. Ik verzeker u dat de zaak niet in de vergetelhoek komt. Zodra er iets bekend is, krijgt u het te horen. Het woord is nu aan de heer Huijbregts. De heer Huijbregts: Uit een oogpunt van verkeersveiligheid heeft de gemeente indertijd - mede gelet op ons aandringen - een rijwielstalling geplaatst op het terrein van de fa.Doomen aan de Maalbergenstraat. Dit terwille van de schoolgaande jeugd, komende van de richting Maalbergen en de Oude Baan. V/ij zouden het kollege willen vragen, mijnheer de voorzitter, om deze rijwielstalling eens te lgaan bekijken, als het daarvoor de tijd heeft. Deze stalling verkeert in een dusdanig verval dat ver vanging dringend nodig is. Het is een krot, mijnheer de voorzitter. Het is totaal versleten. De heer Laseroms: Ik geloof niet dat het een zaak is van versleten zijn. Ik denk dat het een kwestie van baldadigheid is. De heer Huijbregts: Dat kan zijn, wethouder, maar u zal toch moeten toegeven dat de materialen, die daarvoor zijn gebruikt, van dusdanige aard zijn dat De heer Laseroms: Dat kan waar zijn, maar als iemand gooit met grote straatstenen tegen de berging dan blijft er niets heel. De heer Huijbregts: Maar daar staat niets meer. De heer laseroms: Ik heb het zelf gezien. Een paar maanden geleden. Er staat niet veel bizonders meer. De heer Huijbregts: Er staat niets meer. De voorzitter: Het is geen totale ruïne. Ik ben het wel met u eens dat het niet ge weldig meer is, wat er nu staat. De heer Huijbregts: Als u zegt dat het in zijn totaliteit niet versleten is, dan moet ik u zeggen dat u een verkeerde bril op heeft gehad. De voorzitter: Ik heb alleen een bril nodig om te lezen. Ik kan uitstekend in de ver te zien.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1977 | | pagina 133