-22-
De heer Laseroms
Mijnheer de voorzitter, ik moet de heer Jochems toch wel gelijk geven.
Er staan in een bepaalde bocht een stuk of vijf bomen, waardoor die
bocht levensgevaarlijk is. Kollega Marijnissen en ik hebben een keer
gezegd: als het eens heel donker is, dan pakken we samen de zaag en
dan zagen we ze af. Dat was natuurlijk wel flauwekul....
De voorzitter:
Dat moet u er wel bij zeggen, want ik zie zo iets al in het proces
verbaal staan.
De heer Laseroms:
Ik zie het al over ons heen komen. Maar die situatie is echt zeer
gevaarlijk.
De sekretaris:
Daar wordt al naar gekeken.
De voorzitter:
Dat klinkt misschien cynisch, maar het plan van de provincie voorziet
in een verbetering.
De heer Arnouts:
Aan de zijde van de kerk staan bij De Schroef palen, bij de parkeer
plaatsen. Nu is mijn vraag of daar niet een strook bij gemaakt kan
worden. Iedere keer als men daar zijn auto parkeert rijdt men tegen
die palen. Die staan in het midden van het vak. Ik zou graag zien
dat de bestuurder kan zien hoever hij terug kan rijden. Zou dat
mogelijk zijn?
De voorzitter:
U zou dus hogere palen willen hebben.
De heer Arnouts:
Dat hoeft niet, maar ik zou graag zien....ja, hogere palen, dat kan
ook. Daaraan heb ik nog niet gedacht. Ik heb enkel gedacht aan een
strook, waaraan zij kunnen zien dat ze bij het einde zijn. Nu rijden
ze regelmatig tegen die palem en dat brengt allemaal extra kosten
met zich mee.
De voorzitter:
Tot de elementaire kennis van het autorijden behoort het vooruit
rijden naar palen. Ik heb het ooit geleerd met een putrand. Ik zal
het nooit vergeten. Je hoeft er echt niet tegen aan te rijden. Efa ze
zijn gemaakt om te voorkomen dat men op het grasveld gaat parkeren.
Want u weet hoe het gaat met het parkeren. Alles waar een wiel over
heen wil, daar zet men de wagen neer. Dat is de reden waarom er die
palera staan. We hebben ze goed stevig neergezet, om in ieder geval
toch duidelijk te maken dat het niet de bedoeling is dat men voort
gaat. Ze staan inderdaad in het midden.
De heer Arnouts:
Dan hebt u ze waarschijnlijk de laatste tijd niet meer gezien, mijn
heer de voorzitter, want ze staan nu zo schuin dat men er haast
overheen kan rijden.
De voorzitter:
Ik heb het vanmorgen nog gezien. Ze staan scheef gezakt, maar dat wil
niet zeggen dat ze niet recht gezet kunnen worden. Misschien moeten
we er hogere palen neerzetten. Maar dat is niet zo mooi.