Ad 3'
De voorzitter:
Ik zou nog twee dingen willen onderstrepen. Het eerste is dat het
kollege heel blij is dat er een bestemming gevonden lijkt te zijn
voor het oude seminarie Wernhoutsburg. Want de huidige situatie
wordt langzaamaan toch een zorgelijke zaak. Het gebouw staat nu nog
wel overeind, maar het staat intussen wel al zo'n jaar of acht leeg.
Maar als een dergelijk complex eenmaal goed begint te verkrotten,
dan is het einde daarvan nog niet in zicht. Het tweede punt is dat,
als het plan goed zal gaan, dit een zaak kan zijn van ekonomische
aktiviteit, waarin direkte en afgeleide werkgelegenheid te vinden is.
In dat opzicht vonden wij het ook een goede zaak. Ik neem aan dat
sommigen van U hierover iets willen zeggen.
De heer A.Jochems:
Van de gronden, die gelegen zijn rondom het seminarie, heeft de heer
Christiaan de Jong ongeveer tot een grootte van 4 HA een pachtrecht
tot 1981. Nu zijn er ongeveer 14 dagen geleden drie heren bij de heer
de Jong over deze zaak komen praten. Wie het geweest zijn, weet de
heer de Jong niet, want zij maakten zich niet bekend. Zij kwamen wel
in naam van de kopers. Maar het ergste vind ik dat de heer de Jong
een brief gehad heeft van notaris van Es uit Breda om op 12 mei op
zijn kantoor over dit geval te komen praten. En daar is de heer de
Jong verteld dat het Bestemmingsplan reeds gewijzigd was door de
provincie en zodoende geen rechten meer had op deze gronden. De
agrarische groepering is daarvan geschrokken, mijnheer de voorzitter,
en wij zullen in de toekomst als dat plan gewijzigd moet worden geen
medewerking verlenen, als er met de pachter vooraf geen regeling is
getroffen.
De voorzitter:
Ik dacht dat ik daarop wel direkt kan antwoorden. Ik weet niet wie
zich wel en wie zich niet bekend gemaakt heeft. Ik wil ook niet instaai
voor wat op een notariskantoor gezegd is. Ik zou alleen dit op willen
merken dat hoe dan ook - en een bestemming zal je op een zeker ogen
blik moeten neerleggen, wil je een plan tot uitvoering brengen -
overeenstemming gevonden zal moeten worden om de pachter van die
gronden te krijgen. In een procedure zal een behoorlijke schadeloos
stelling geregeld moeten worden. Er is geen sprake van een situatie
dat, wanneer die gronden gebruikt moeten gaan worden voor een ander
doel, die pachter zonder meer rechteloos zal zijn. Ik zou bijna zeg
gen: integendeel. Men kan zeggen wat men wil, maar je kunt natuurlijk
nooit de rechten van de pachter in het valies kappen. Dat is niet
goed mogelijk. Ik zou me daar bepaald geen zorgen over maken. Een
ding moeten we goed begrijpen. Wil je daar iets totstand brengen,
dan zullen de gronden, die bij dat complex horen, gebruikt moeten
worden. Dat staat vast. Je kunt niet zeggen dat die er uit gehaald
moeten worden en aan de heer de Jong gelaten worden. Dan is dat hele
plan niet te realiseren. Maar als er een plan komt en dat zou genade
vinden bij de stedebouwkundige, bij het kollege van burgemeester en
wethouders, bij de raadskommissie, bij de raad en uiteindelijk bij
de provincie, dan zal er altijd nog overeenstemming moeten komen
met de heer de Jong om hem van die gronden af te halen of er zal in
een procedure een vergoeding moeten worden vastgesteld op dezelfde
basis als waarop onderhandeld wordt. Dat is duidelijk. Er is bij mijn
weten een pachter in dit soort zaken nooit tekort gekomen.
De heer A.Jochems:
Maar als hem meegedeeld wordt dat dit plan al gewijzigd is...
De voorzitter: