-16- zouden mogen verwachten dat we op tijd een plan neer zouden kunnen leggen. Dat is door een heleboel factoren uit de hand gelopen, ja. De heer Kunst: IJ dacht dus 11 maanden geleden, dat u een bestemmingsplan op tafel had kunnen leggen De voorzitter; Wij hebben inderdaad een hoge prioriteit voor de eerste fase van plan 4. Daar komt tot ons groot verdriet veel meer heisa aan te pas dan we zelf zouden willen. Ik had het er al graag gehad, want we zullen er mee door moeten. We zijn al laat met Klein-Zundertdus die ver wachting was helemaal zo gek niet. Nou kunt u dat ik zou bijna zeggen, wat kwaadwillend in een verkeerd daglicht gaan stellen, maar na afloop is het goed redeneren, maar zo was de zaak niet toen de man bij mij kwam. Toen de man bij mij kwam heb ik hem naar mijn beste weten en naar mijn beste inzichten gezegd, dat hij daar niet zou kunnen bouwen en daarnaast heb ik hem gezegd: "Als u daar gronden hebt liggen en u wilt uw bedrijf voor langere tijd verzekeren en niet in het gezeur komen van eventuele latere onteigening, dan bieden wij u aan om met u te praten over deze kwestie. Dat is niet tot een onderhandeling ge komen, want hij is er niet op teruggekomen. Hij heeft het erbij gelaten. Hij zal het daar wel afwachten, neem ik aan. Dat is zijn goed recht. Dat komt dan straks wel, maar ik dacht, dat dat toch wel een goeie voorlichting was. Daar zal ik u waarschijnlijk niet mee overtuigen, maar dat is wat mij betreft de gang van zaken geweest. De heer Kunst; Die voorlichting, die u gegeven hebt, was in zoverre goed, mijnheer de voorzitter. Er ontbreekt alleen één ding aan. Behalve dat u hem hebt gewezen op het feit dat er in de toekomst onteigend zou kunnen worden, had u hem ook moeten wijzen, dacht ik,op de mogelijkheden die hij nu nog zou kunnen hebben. De voorzitter; Ja, maar mijnheer Kunst,nou moet u geen onzinnige theore tische eisen gaan zitten stellen. Als iemand bij mij komt dan geef ik hem inlichtingen naar mijn beste weten van dat moment. Vooral als ik dan nog met hem praat over iets wat, dacht ik, wel degelijk in zijn belang was, namelijk over eventuele aankoop van de gronden, waardoor hij. ..ongestoord al hetgene had kunnen doen wat hij zo graag wilde, zij het op een andere plaats, dan vind ik toch, dat ik het goed gedaan heb. Als u dan zegt, dat ik dit of dat had moeten doen, dan vind ik dat scherpslijperij. De heer Kunst; Dat mag u rustig vinden. De voorzitter: We hebben nou twee termijnen gehad, tenzij u nog spectacu laire, nieuwe dingen weet te zeggen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 96