6
De voorzitter:
Ja, maar officiëel niet hoor.
De heer Zwaard:
Mag ik het even officiëel voorlezen
De voorzitter:
Ja, u mag het voorlezen, maar u moet geen reactie van het
college verwachten.
De heer Zwaard:
"Naar aanleiding van het voorstel van Burgemeester en
Wethouders voor het vaststellen van een werkprogramma en
procedure met betrekking tot herziening van het bestemmings
plan buitengebied, delen wij u mede dit voorstel te onder
steunen. Op één punt zouden wij aanvulling willen zien,
namelijk het vroegtijdig gebruik maken van onze kennis ten
aanzien van de natuurgebieden, bijvoorbeeld bij de inventa
risatie
Bovendien zijn wij bereid u te helpen bij het verzamelen
van gegevens over deze gebieden.
Hopende van u een positieve reactie te mogen ontvangen,
verblijven wij, hoogachtend, Milieugroep Zundert.
Ik vind dat een heel charmante brief. Keurig opgesteld.
Ik vraag alleen maar dat u dat gewoon meeneemt bij de
voorbereiding en verdere uitwerking van het bestemmingsplan
buitengebied.
Meer wil ik er niet over zeggen, vant ik weet wel dat het
zo maar plotseling ter tafel wordt gebracht.
Ik wou het gewoon even naar voren brengen.
De voorzitter:
Ik heb er niet zoveel moeite mee om er straks even op te
reageren, maar neem mijn opmerking toch wel serieus;
Het is heel vervelend als er op het laatste ogenblik brie
ven binnen komen, waar wij ons niet op kunnen prepareren,
en we zullen toch een standpunt moeten innemen.
Het beste is dat die zaken op tijd komen, dan komen ze op
de agenda te staan als ingekomen stuk en dan kan er een
aanbeveling bij gezet worden.
De heer Jacobs:
Daar wil ik even op reageren, mijnheer de voorzitter.
U zegt:"Wij moeten de tijd hebben".
De raadsleden moeten ook de tijd hebben en ik zie hier
vanavond weer zo'n mooie wijziging van zo'n blad en dat
krijgen wij om half acht voor ons en daar kunnen wij dus
ook geen studie van maken.
De voorzitter:
Dan mag u het aanhouden.
Maar als het gevonden kan worden zou ik graag hebben, dat
men' in het algemeen zijn brieven tijdig aan de raad richt.
Als er zich ontwikkelingen voordoen die van dien aard zijn
dat er direct iets gedaan moet worden en het is werkelijk
spoedeisend, dan gaan wij daar wel op in.
De heer S. Jochems:
Even aansluitend op de brief van de Milieugroep, waar de
heer Zwaard het over had.
Zij hebben een opmerking over de natuurgebieden.
Ik dacht dat daar een apart bestemmingsplan voor was, dus