41
uitgebreid te ventileren.
De heer Zwaard:
Ja, het is ook een echt liberaal rapportnietwaar mijnheer
Kunst
De heer Kunst:
Dat zou ik zo niet durven te stellen, maar als we daar nu
uitgebreid over gaan dicussiëren, dan zitten we hier over
vijf dagen nog, want ik veronderstel dat we totaal ver
schillende uitgangspunten zullen hebben.
Uw opmerkingen over de gemeente Rijsbergen zijn-op
zich wel grappig, maar ik zou ze niet zo graag in de krant
zetten.
De voorzitter:
Ik zou willen zeggen in de richting van de heren die nu
gesproken hebben, dat dit niet de plaats is om over dit
soort dingen uitgebreid te gaan discussiëren.
Dat hoort in de Tweede Kamer thuis.
U kunt, dacht ik, bij herhaling van uw standpunt blijk geven
Als u dit stuk in een heel andere zin opgesteld wilt hebben,
dan meen ik dat daar bij de andere heren weinig behoefte
aan zal bestaan, omdat hetgeen u gezegd hebt voor het
ogenblik voldoende effect heeft gehad.
De heer Zwaard:
Ja, maar een knelpuntennota wordt dus overhandigd aan de
Kaad.
De mening van de Raad wordt gevraagd omtrent deze nota.
De mening van de Raad moet door Burgemeester en Wethouders
overgebracht worden naar het contactorgaan en nu vraag ik
me af; Wat gaat het college in die brief vermelden
De voorzitter:
Dat de Raad het stuk voor kennisgeving heeft aangenomen
en dat naar onze smaak de zaak moet worden behandeld in
het kader van het Stadsgewest. Dat is eigenlijk in dit
hele geval het belangrijkste.
Dat het niet moet worden behandeld in het kader vah het
voor ons onvoldoend duidelijke contact-orgaan.
Als de nota dan in'het Stadsgewest terugkomt, dan hebt u
nog gelegenheid genoeg om daarover te praten.
Dat is het enige. Het is een inleidende nota voor het be
leid op dit gebied en ik zei al, het is een vrij technisch
stuk en het is nu niet het ogenblik.
U zit zelf in de Stadsgewestraad.
De heer Zwaard:
Als u dan wilt antwoorden, dat de heer Zwaard in de Gewest
raad daarop terugkomt.
Dat is een grapje hoor.
De voorzitter:
Nee, dat is niet zo'n grapje,want het punt is namelijk, dat
als die zaak moet worden besproken in dat contactorgaan,
dan zijn we er niet bij en als het besproken moet worden
in het Stadsgewest, dan zijn we er wel bij.
Dat is ook wat wij bedoelen te zeggen.
De heer Zwaard:
Ja, wel dat ik er over zal spreken, maar niet bewust mijn
naam noemen, bedoel ik.