-9-
De heer Zwaard:
Laat het dan geen ongeschreven wet zijn, maar dat ze er zoveel
mogelijk rekening mee zullen houden misschien, wanneer je dat
probeert door te voeren.
De voorzitter: dat
Ik geloof dat de bewoners onder elkaar moeten regelen. Ze wonen
allen in het-zelfde hoekje; die hebben allemaal hetzelfde stukje
te gebruiken en die moeten met elkaar leren leven zonder gemeen
telijke bevoogding. Als ze dat niet kunnen zal het er be
droefd bijstaan.
De heer Maxijnissen:
Mijnheer de voorzitter. Ik heb ook van enkele bewoners klachten
gehoord over de moeilijke bereikbaarheid van sommige parkeerplaat*
sen. Het betreft maar enkele parkeerplaatsen voorzover mij bekend.
Ik heb er al een keer met de Dienst Gemeentewerken over gepraat
en wij zullen dat binnenkort nog een keer uitpraten.
De voorzitter:
Verder nog vragen mijnheer Zwaard?
De heer Zwaard:
Zou er een parkeerverbod kunnen komen van 's maandags tot en met
vrijdags, 's middags van 1%30 "tot 15«00 uur, voor de parkeer
plaatsen gelegen tegen het gemeentehuis. Dit in verband met de
nodige trouwpartijen. Het zou voor de trouwlustige paartjes mo
gelijk zijn om op een normale wijze de gang naar het stadhuis
te bewandelen zonder daarbij allerlei capriolen te moeten uit
halen om langs de aldaar geparkeerde auto's te geraken. Ook zou
den de film- en fotoreportages gemakkelijker verzorgd kunnen
worden. Het parkeerverbod zou men door middel van verplaatsbare
borden kunnen invoeren.
De voorzitter:
Dat zou je zelfs met een vast bord kunnen doen als je wilt.
De heer Zwaard:
Het komt natuurlijk wel van mij af, maar ik vind het een heel
goed idee, zondermeer.
De voorzitter:
Ik ben blij dat U Uw voorstellen zo kritisch beschouwt
De heer Zwaard:
Het is waar; er zijn gewoon wat klachten over.
De voorzitter:
Dat zullen we dan voor waar aannemen.
De heer Zwaard:
Maar kan dat eens bekeken worden.
De voorzitter:
Dat kan zeker bekeken worden. U hebt nog meer vragen?
-10-