-8- gekomen, daar blijven ze aanzienlijk onder, -^at is weliswaar een landelijk gehanteerde norm, maar wij zullen morgen daar nog over spreken. Morgen besluiten we daarover. Maar dat is de aan leiding geweest tot de vertraging. De heer S. Jochems: De taxaties zijn toch van het ministerie? De voorzitter: Ja, maar wij moeten beslissen. Wij krijgen adviezen waarin wij ons moeten welgevoelen; maar morgen wordt die zaak afgewerkt, dat wil zeggen dan wordt het grootste deel van de ingekomen aan vragen afgedaan. Het is ons overigens bekend dat tenminste één and .re grote gemeente in deze omgeving op gelijke wijze als wij tegen die regeling aankijkt. De heer S. Jochems: Mogelijk. Maar de gemeente Rijsbergen, Prinsenbeek, Ulvenhout Bavel, die De voorzitter: Ik kan TJ andere noemen, maar dat zal ik niet doen. Maar morgen komen we daarover te spreken en dan zullen er zeker een reeks van de gevallen worden afgedaan. De heer S.Jochems: Dank U wel. De voorzitter: Dan is aan die vertraging een einde. De uitkomst zal U gauw ge noeg bekend zijn. De heer Zwaard: Mijnheer de voorzitter. De parkeerplaatsen in de Berk die zouden wat schuiner aangelegd moeten worden waardoor het inrijden aan merkelijk vergemakkelijkt wordt. Tevens zou de mogelijkheid onder zocht moeten worden om aan iedere bewoner een parkeerplaats toe te wijzen, waarbij gedacht wordt de parkeerplaats van eenzelfde nummer als het huisnummer van betrokkenen, te voorzien. Hierdoor kan het innemen van parkeerruimte door bijvoorbeeld aanhangwagen- tjes, wat erg vervelend is, voorkomen worden en tevens zou iedere bewoner van een parkeerplaats verzekerd zijn. Er zijn nogal wat klachten over dat de parkeerplaats wordt ingenomen en dat ze er niet gemakkelijk kunnen inrijden, met alle gevolgen vandien dus. Dat zou eens bekeken moeten worden. De voorzitter: Het punt zal wel aandacht krijgen. In geloof niet dat we nou zon dermeer aan moeten nemen dat er iets aan gebeuren gaat. Ik kan wat de aanleg van die dingen betreft niet zeggen waarom ze schuin worden gemaakt, dat zullen we wel zien. Ik kan U wel zeggen, ik geloof niet dat iedereen een parkeerplaats heeft, maar als dit het geval is dan kun je niet voorkomen dat er op de openbare weg iemand iets neerzet. Volgens de heer Van Weert zitten we boven de één parkeerplaats per woning, 1,4 om precies te zijn. Je kunt op een stuk openbare weg toch moeilijk gaan zeggen, jij hier en jij daar en je mag niet op een andermans plaats gaan staan en niet parkeren als gast of zo. Dat kun je niet; dat is niet uit voerbaar. -9-

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 316