-27-
De heer Marijnissen:
Punt 2. Het is namelijk zo. Ik heb eigenlijk eerst nog een paar
algemene opmerkingen. Als we dus deze dagen de krant gelezen hebben,
dan hebben we kunnen zien dat de staatssecretaris van Dam zijn nieuwe
huurprijswet aangeboden heeft of dat één dezer dagen zal doen.
Daar wordt weer gepraat over forse huurverhogingen. We hebben dat ook
dit jaar kunnen zien. Er wordt gepraat over huurverhogingen van
acht tot twaalf procent. Ik geloof dat we toch wel kunnen stellen
dat de woningen in de Berk, die op een huur zitten die om en nabij
de f 300,—— varieert, er zijn er zelfs bij die daar—door zitten,
als die jaarlijks met deze huurverhoging geconfronteerd zullen worden
meneer de Voorzitter, dan ben ik er beslist van overtuigd dat het
kopen van woninwetwpningen op langere termijn voor deze mensen een
enorm voordeel zal zijn. Ten tweede wil ik er verder bij vermelden.
In de troonrede en de miljardennoia staat ook iets over eigen woning-
bezit. Er staat heel duidelijk dat ook deze regering bouw en aanschaf
wil bevorderen, meer dan in het verleden het geval was. Als dat op
beschermende voorwaarden kan gebeuren voor de laagste inkomen^,
vind ik dat alleen maar erg goed. Ik wil nog heel even inhaken op
hetgeen meneer Valk heeft gezegd, wat de doorstroming betreft.
Ik prijs het vorige college van B en W tot op dit moment dat men
aan de doorstroming nog nooit iets heeft gedaan. Ik vind namelijk
de doorstroming een blunder van de eerste orde. Ik begrijp ook niet
dat de vorige raad daar in grote lijnen mee akkoord heeft kunnen
gaan. Het is namelijk zo, dat als men dit in de praktijk toegepast
zou hebben, dan had dit betekent dat diverse straten waar nu dus
mensen wonen die daar gekomen zijn op basis van hun verdiensten,
van hun inkomsten, van hun mentaliteit, van hun omgeving. Die daar
dus passen in de omgeving die alleen door een bepaalde technische
kermis, door een bepaalde vooruitgang, een beter salaris zijn gaan
verdienen, dat die dus op een gegeven moment veroordeeld moeten
worden om, want zo is het in feite, naar een duurdere woning te gaan.
Dat is gewoon een afbreuk aan de wijk, aan de straten.
Ik zou het correcter hebben gevonden, als men dan zou zeggen: nou
goed, de één verdient iets meer, die betaalt iets meer, voor dezelfde
woning. Dat had ik een veel correcter beleid gevonden. Dat is
eigenlijk alles wat ik erover wil zeggen, meneer de Voorzitter.
Ik blijf dus toch wel voor.
De voorzitter:
Ik had niet anders verwacht. De kwestie van die doorstroming. Ja.
Gegeven het vaststaande huurbeleid waarbij men de prijs aan de woning
koppelt, en niet de een een dubbeltje voor een brood laat betalen
en de ander een kwartje, want dat geeft ook complicaties, gegeven
die prijs vaststelling, is natuurlijk een doorstroming wel een bil
lijke zaak. Als dan die man op grond van goede kwaliteiten in die
woning terecht is gekomen, eenvoudig teveel gaat verdienen, dan zou
het inderdaad, en wij hebben het in de nieuwere kontrakten vast
gelegd, zij het dat we het nooit hebben uitgevoerd omdat de praktische
mogelijkheden daarvoor niet aanwezig bleken. Maar dan zou het in
principe billijk zijn dat men de °"woning die men gekregen heeft
toen men klein en bescheiden van beurs was, verlaat, en. ont
ruimt voor een ander die nog klein en beschéiden van beurs is.
Dat is toch de opzet van de woningwetbouw. Maar goed,ik ga graag door
Ik zou de tweede termijn willen voortzetten.
De heer Kunst:
Een zeer kleine toevoeging. Het zijl, wanneer ik meneer Jacobs hoor
spreken over:nu niet, dan niet en nooit niot, bekende kreten,
die op andere manieren ook wel gebezigd worden. Hij praat dan
in de sfeer van inkomens van maximaal f. 25.000,- en hij praat over
woningen van f 115»000,— tot 120.000,—, dan zeg ik dat is dus 4 a
5 maal. Nou mag ik U wel vertellen dat ik toch wel mensen ken, die
het gepresteerd hebben om met een dergelijk verschil toch zo'n wo-