-22-
2. Wij doen geen recht aan anderen die niet in deze gelukkige omstan
digheden verkeren, om voordelig aan een woning te komen.
3. Aan-fcasting van het particuliere initiatief. Dat hij deze woning
bouw controle van overheidswege gewenst is, onderstreep ik.
4. Voor een economisch woningbeheer is het ongewenst dat er één of
meérdere woningen willekeurig uit blokken, gèen eigendom zijn
van de beheerder.
5. Speculatie na tien jaar blijft erin zitten.
Mocht de meerderheid van de raad, wat ik niet hoop, toch besluiten
tot wederinvoering van de verkoop van woningwetwoningen ben ik van
mening dat er strakkere voorwaarden door de gemeente gesteld dienen
te worden. Zoals bijvoorbeeld minstens vijf jaar bewoning, als is
gesteld door de agrarische groepering Tussen twee haakjes
meneer de Voorzitter, ik heb het al gezegd. Deze agrarische
groepering was aanwezig, toen de verkoop werd stopgezet wat bij mij
enige verwondering oproept. Wij dachten dat deze kwestie toen
grondig bekeken was. Ik dank U wel.
De voorzitter;
Dank U meneer Valk, de heer Huybregts.
De heer huybregts;
Is het de bedoeling dat de kwestie van de verkoop en van de bouw
van woningwetwoningen in Wernhout ineens behandeld wordt
De voorzitters
Neeij ik kom op de kwestie van de bouw van woningwet
woningen in Wernhout afzonderlijk terug. Het hangt wel met elkaar
samen, maaz^iebben het voor de discussie gesplitst.
De heer Huybgegts:
Ja meneer de Voorzitter, wij willen vanzelf, ons standpunt ten aan
zien van de verkoop van woningwetwoningen kenbaar maken. Ik moet U
daarbij mededelen dat ik niet gemachtigd ben namens de heer Hoekman
te spreken. De heer Hoekman is met vakantie, en mij is bekend, dat
de mening van de heer Hoekman een andere is dan die van onderge
tekende en de heer van Nunen. Dit moet U niet zien meneer de
Voorzitter, als een onderling geruzie, maar als een verschil in
opvatting, zo ongeveer als in de lijn als bij het college.
Wij huldigen het standpunt, meneer de Voorzitter dat men de huurders
van woningwetwoningen in de gelegenheid moet stellen de bewoonde
woning te kopen. Wij willen daarbij we] als bepaling gesteld zien
dat men de woning vijf jaar in huur moet hebben, vooraleer men het
bewoonde pand kan kopen. De bepaling dient daarbij gesteld, en ik
geloof dat reeds daarvan een wettelijke regeling is, dat men
de woning tien jaar in eigendom moet hebben vooraleer men de woning
mag doorverkopen. Onze fractie heeft het zo bekenen, dat de huurders
van die woningen over het algemeen mensen zijn met zeer bescheiden
inkomens die een bepaalde drang in zich dragen naar eigen woning-
bezit. Deze mensen weten dat ze zich veel, heel veel zullen moeten
ontzeggen. En door het waarmaken van dit bezit, en wij respecteren
dit, juist omdat het mensen zijn met een bescheiden inkomen, zijn
wij voorstanders van verkoop, en wij gunnen deze mensen dit
van harte. Ik dank U wel.
De heer A.Jochems:
Meneer de Voorzitter, ik zal kort zijn. De vorige raadsvergadering
hebben wij ons standpunt ingenomen, en wj.j zijn nog niet veranderd.
Wij zijn nog steeds voor de verkoop van deze woningwetwoningen.
Dank U wel.