-21- De heer Valk: Meneer de voorzitter, ik dacht dat de vorige raad in een andere samenstelling een weloverwogen en goed besluit had geno men Ik weet het niet precies, ik dacht dat het een vrij unaniem besluit was, waar toch ook groeperingen als nu in de raad zitten het toen mee eens waren# Het bouwen van woningwetwoningen door de overheid kan en mag nooit de bedoeling in zich hebben deze te verkopen. Er zijn andere mogelijkheden, ook voor de lagere inkomens om,indien zij dit willen, aan een eigen woning te Komen. Waar de gemeente nog een steentje zou kunnen bijdragen is door bijvoorbeeld voorwaarden te stellen bij het overdragen van grond. Ik ben het met de meerderheid van B en W eens goedkopere woningen mogen niet uit de gemeenschapsvoorzieningen verdwijnen. Maar meneer de voorzitter, woningen gebouwd in de laatste /"welke jaren zijn èd>k weer goedkoper dan die /£n de toekomst gebouwd zullen worden. Gronden en bouwen worden reëel gesproken nog steeds duurder en wij zijn ttan mening dat alle woningwetwoningen in de gemeenschaps voorzieningen moeten blijven. Wij delen derhalve allerminst de mening van de voorstanders van het wederinvoeren van de verkoop. Ik hoop dat werknemersbelangen-groepering niet alleen de belangen behartigen van werknemers die nu in een woningwetwoning wonen en dat wij met be trekking tot dit onderwerp uitsluitend die werknemers voor ogen hebber die tot de lagere betaalden behoren. En juist voor de mensen die nu nog niet de beschikking hebben over een woningwetwoning, nu en toekomst, moeten woningwetwoningen beschikbaar blijven. Daarom is een doorstroming zo noodzakelijk die helaas maar niet van de grond komt. Misschien is de enige motivatie van de niet-doorstroming in J.e woning kunnen kopen wetwoningen het feit van het niet/ Haar d e uitslag van de enquete onder de bevolking met de vraag om belasting te verminderen of af te schaffen,behoeven we niet te raden. Zo ook met de vraagstelling aan belanghebbende bewoners van woningewetwoningen. Maar stel die vraag eens aan hen die er nog niet over beschikken, en die zitten te wachten op een goedkope woning. Deze uitslag mag geen motivatie zijn om de klok terug te draaien. De door collega Marijnissen naar voren gebrachte argumenten die zouden pleiten om de verkoop wederom te doen invoeren kunnen weerlegd worden. Zoals reeds gezegd kan bevor dering van het eigen woning bezit op andere wijze geschieden en ik hoop dat de heer Marijnissen met inkomens onder een bepaalde grens werkelijk lage inkomens bedoelt,T -och niet de grens van de minister van 25.000. Dat straten,wijken langer op peil worden gehouden is afhankelijk van het eigen beleid van B en W. Bevordering van hobby- en vrijetijdsbesteding is door het zo te stellen niet aangetoond. Terecht wordt gesteld dat door de nieuwe regeling speculatie voor de eerste tien jaar is uitgesloten, maar die op langere termijn blijft. Dat de verkoop de last van de overheid vermindert is ons inziens niet waar. Wij moeten over een zo goed mogelijk vastgesteld aantal woningwetwoningen beschikken, en niet meer bijbouwen dan noodzakelijk is. Ntt de laagst betaalden onder ons. Hoe meer wij er verkopen, des te meer moeten wij er bijbouwen, en omdat alles duurder wordt, worden ook de lasten van de gemeente-overheid zwaarder, in plaats van minder. Als we geen rekening houden met de rente verandering kan ik dit,punt 6. niet tegenspreken. Dat er een druk zou ontstaan zijn met prijsop drijving, doordat er de laatste jaren geen woningwetwoningen ver kocht zijn, bij praticuliere verkoop is niet aan te nemen, en mist elke grond. Of er bij het weer invoeren van verkoop nog voldoende woningen voor de verhuur overblijven, is zondermeer niet te beant woorden. Meneer de Voorzitter,er is net een enquete gehouden, en daaruit blijkt dat wij wel heel veel woningwetwoningen zouden gaan verbiezen. Ik miste van de heer Marijnissen naast de voorargumenten een opsomming van de tegenargumenten. De tegenargumenten onder andere zijn* 1. Aantasting van de gemeenschapsvoorzieningen ten behoeve van de laagst betaalden onder ons.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 260