-17-
Deheer Kunst:
Ik zie weer mogelijkheden.
Meneer de voorzitter nog iets anders. U zei daarnet in Uw inlei
ding, de gemeente loopt risico wanneer de woningen niet worden
bezet. Dat is natuurlijk anders dan U het voorstelt. U stelt voor
garant te zijn voor de financiering, rente en aflossing. T3bt is
natuurlijk iets anders. Ik kan me voorstellen dat de Stichting
in staat is rente en aflossing te betalen, zonder dat alle wo
ningen bezet zijn. Zonder dat ze ogenblikkelijk
De voorzitter:
Je hebt aanloopkosten. Je hebt een zekere leegstand in het be
gin, die moet je incalculeren in je sticntingskosten, die kapita
liseer je, aktiveer je.
De heer Kunst:
Het risico dat die niet bezet zijn, verhuurd gaan worden. Want wat
moeten we nu gaan betalen als er de eerste 2 jaar 5 woningen leejg
staan.
De voorzitter:
Wij gaan betalen als de Stichting tegenover de geldschieter niet
aan zijn verplichtingen kan voldoen. Wanneerde Stichting deze geld
lening niet voldoet dan kan de geldgever komen en tegen de gemeen -
te zeggen, jullie hebben gegarandeerd, mag ik a.u.b. zoveel van
beuren.
De heer Kunst:
Maar dat correspondeerd toch niet helemaal met het bezet zijn van
die woningen.
De voorzitter:
Nee, dat correspondeert niet helemaal. Maar dat is natuurlijk wel
het risico dat je er in feite mee loopt. Daar komt nog bij, ik geef
toe, dat de kwestie van de algehele toestand van de Stichting ook
een rol speelt, maar daarvoor dekt ons weer een eventuele hypotheek
want dat gaan we conditioneren. Wij willen een eerste hypotheek
hebben voor de bedragen die wij garanderen. Wordt er dus betaald
dan kunnen wij terug naar die Stichting en hebben wij als zakelijk
onderpand, het geval daar staan. Ik wil niet zeggen dat het altijd
een vreugdevol bezit zal zijn als het niet verhuurd is, maar in
ieder gaval hoef je niet in een eventueel gat te vallen. Je zult
dus eigenlijk in geen groter gat vallen dan het tekort op de exploi
tatie. Dat bedoelen we te zeggen. Zo bekijken wij het, is dat ver
keerd, dan moet U ons corrigeren.
De heer Kunst:
Als ik het goed begrijp, meneer de voorzitter, vindt U het risi
co niet zo heel erg groot.
De voorzitter:
Nee. Wij hebben het U uitvoerig geschetst, zeker omdat we de zaak
anders moesten voorstellen dan we aanvankelijk gedacht hadden.
Het spijt ons dat het zo moet en het moet ook vanavond om wille
van de tijd. Je kunt daar natuurlijk uitgebreide discussies over
houden of dit nou teveel of te weinig woningen zijn, maar we kij
ken er uiteindelijk niet zo zwaar tegenaan.
De heer Kunst:
De ene stichting kan het natuurlijk wat makkelijkerbekijken dan een
particulier en het risico ligt ook duidelijk anders. Maar ik hoor