-3- Het waterschap West-Brabant, het waterschap Aa of Weerijs, Dhr. Mouws en de Gemeente. De Gemeente kan geen oplossing hiervoor vinden ook dat kan ik goed begrijpen en dat wil ik ook aannemen, maar dat» kon) ik ook ergens in de buurt van de vraagstelling van Dhr. Valk, waar kan de heer Verheijen wel zijn verhaal halen, em de schade die hij eventueel geleden heeft te kunnen verhalen. De heer Pellis: In de stukken betreffende de heer Verheijen, daar miste ik een afschrift van een schrijven dat B en W gericht heeft aan de N.C.B. Daar werd wel mededeling gedaan in de stukken aan de heer Verheijen dat hij in een schrijven aan de N.C.B. kennis kan nemen van het standpunt van de gemeente. En dat standpunt heb ik gemist in de stukken. De Voorzitter: Niemand behalve Dhr. Valk heeft om stukken gevraagd maar om de vraag van Dhr. Pellis zo goed mogelijk te beantwoorden zou ik willen opmerken dat wij aan de N.C.B. geschreven hebben dat wij ons niet aansprakelijk achten, de juiste bewoordingen kan ik op dit moment na tuurlijk niet procuderen, maar dat hebben we gezegd verder niets. Ik wil alle heren tegelijk beantwoorden door de langdurige zaak te schetsen. Dhr. Mouws is een aantal malen door ons op gro nd van de hinder wet geattendeerd op de onjuiste manier van doen. Hij heeft destijds bij een hinderwetskwestie gelijk gekregen bij de Kroon dat hij een voorwaarde over het lozen van overtollig water niet hoefde aan te nemen omdat hij alleen maar de inrichting in orde hoefde te hebben. Wij hebben na het in werking treden van de Wet Verontreiniging Oppervlakte wateren, en daar gaat het nu om,ons in verbinding gesteld met het Waterschap West-Brabant, daar hebben wij opaangedrongen dat dat maat regelen zou nemen tegen die lozing, dat is ook instelling die op het moment met deze zaak belast is, nét Waterschap West-Brabant heeft de zorg voor de zuiverheid van de oppervlakte wateren. Hét Heeft proces verbaal laten opmaken, daduris mijnheer voor vervolgd. Mijnheer Verheijen heeft ons op een gegeven moment aansprakelijk gesteld, heel concreet, voor f~doordat schade f~ Mijnheer Mouws in onze sloot loosde en dat dan doorliep in zijn sloot. Daarvan hebben wij gezegd daarvoor zijn wij niet aansprakelijk Wij achten ons bepaald, voor die zaak nietaansprakelijk. Dat hebben wij Dhr. Verheijen medegedeeld en dat moet U ons niet kwalijk nemen. Als de gemeente aansprakelijk wordt gesteld dan zal de gemeente er verstandig aan doen de claims af te wachten, als de gemeentemeent dat ze ten onrechte zijn: zij zijl zeker ten onrechte, want ik dacht dat de heer Mouws zou moeten worden aangesproken. Mijnheer Verheijen heeft wel degelijl hulp gehad in deze hele kwestie want de zaak is door deN.C.B. voor hem op gang gebracht. Daar zijn brieven van de N.C.B. over, Dhr. Pellis doelt daar oor op dus Verheijen was bepaald niet hulpeloos. Ik moet U zeggen mijnheer Valk dat ik in het algemeentoch niet graag, en ook Mijnheer Zwaard zou ik dat willen zeggen, voor de gemeente, we moeten tenslotte toch wat voorzichtig, je kunt iemand wel in een situatie waarin 'I je neutraal bent en waarin je niet betrokken bent van advies en raad dienen waar hij heen moet gaan, al moet ik zeggen het in het algemeen hee onverstandig is als de gemeente zich aan adviezen op het gebied van het civiel recht gaat wagen, omdat wij daar niet voor zijn. Daar zal men een advocaat voor moeten memen al dan niet gratis. Wij willen wel eens een keer bemiddelen maar ik moet U zeggen dat de ervaring mij geleerd heeft dat het onverstandig is er heel diep in te duiken, want je gaat ten slotte op een terrein, tenzij beide partijen vragen de zaak uit te praten, maai- je gaat in principe op een terrein waar je niet thuis hoort. Bemiddelen overigens akkoord. Maar nu, als je wordt aangesproken. Men heeft ons aansprakelijk gesteld, tot heel concrete bedragen, het voor gemeentebestuur, op een claim, die wij bepaald^olledig ongefundeerd houden Dan ga je in die zaak geen bemiddeling geven, dan wacht je aangesproken zijnde tot er iets van komt, de juiste houding naar mij voorkomt en als Mijnheer nou nog helemaal hulpeloos stond, maar hij werd begeleid door de N.C.B. en ik dacht dat die toch wel wisten waar zm over praten in deze zaken, jjet: is overigens niet gekomen tot het aanspreken van de gemeente in rechtt wij hebben nooit een dagvaarding ontvangen.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 242