gaan geven zonder te weten dat dit de laagste is. En dat betreur ik ten zeerste. Ja, Jurriëns uit Etten. Dat is de enigste. Er hebben nog wel zundertse winkeliers gebeld, enzovoorts. Maar het was bekend dat er al een prijsopgave binnen was. De voorzitter: Ik heb gemeend - en dat moet u me maar niet kwalijk nemen, gelet op de samenstelling van uw fraktie - dat die opmerking in Achtmaal wel zou overkomen, hoewel de heer Pellis niet formeel met het school bestuur te maken heeft, dat die zaak daar wel in orde was. Ik heb er geen ogenblik aan getwijfeld of dat zou daar wel bekeken zijn. D kijkt meneer Pellis wel ten onrechte aan. Ik begrijp dat wel, maar ik dacht dat de gelegenheid om die dingen te zeggen - misschien heb ik u uit uw rust willen halen, terwijl ik u er in moest laten. Ik mag niet zeggen: dat had u kunnen weten. Dat kon ik vroeger wel. U bent nu gepensioneerd. De heer Pellis: Misschien zou het beter zijn dat b. en w. officieel laten weten dat in de raad naar voren is gekomen dat de raad er prijs op zou stellen dat ook zundertse bedrijven de kans krijgen om in te schrijven. De voorzitter: Dat hebben we geschreven. Wij dachten dat dat daar verder wel goed zit. Mijnheer Arnouts, u moet verder goed begrijpen dat wij op grond van de wet medewerking verlenen. Wij kunnen wel zeggen dat het zo voordelig mogelijk moet zijn. Dit is vermoedelijk - naar ik meen - een R.I.B.-inschrijving. Dat moet haast wel, want hoe komen ze an ders aan een adres buiten de gemeente. De heer Arnouts: Nee, mijnheer de voorzitter. Het is iemand uit Etten. Toevallig heb ik daar naar geinformeerd. Dat is iemand, die willekeurig prijs op- gegevonheeft. Ik heb zelfs nog gezegd: laat andere mensen nog eens meerekenen. Die winkeliers hebben zelfs nog een prijsopgave willen doen. De voorzitter: Ik hoor net dat die inschrijving niet zo willekeurig is. De heer Arnouts: Ik vind dat wij van de gemeente gelden beschikbaar stellen. Waarom kunnen die dan niet in de gemeente besteed worden? De voorzitter: Wij verlenen medewerking aan het schoolbestuur op basis van een ad vies van de inspekteur, die dan zegt wat redelijk is. Daarmee is het voor dit soort zaken toch wel praktisch bekeken. Nogmaals gezegd: we hebben de eerder in de raad aangaande dit soort zaken gedane opmer kingen ter kennis van de schoolbesturen gebracht. Maar daarmee kunnen wij de schoolbesturen niet aan de ketting houden. De heer Arnouts! Dat begrijp ik, maar ik wil met mijn opmerking duidelijk maken dat wanneer wij subsidie geven, niet geinformeerd wordt naar de goed koopste. De voorzitter: Maar u bent het met het krediet verder wel eens? Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.

Raadsnotulen

Zundert: 1934-1996 | 1976 | | pagina 229