woning wil hebben, moet die kopen aan de markt en daarvoor krijgt hij
dan de steun, die daarvoor gegeven wordt. En die steun is op het
ogenblik van die aard dat iedereen daar aan kan komen. Dat heb ik u
ook in de nota laten zien. Er zijn daarvoor alle mogelijkheden. Doe
dus het een en laat het andere niet. Wie een woning wil hebben, kan
die bouwen. Ik geloof niet dat je het zo moet stellen dat premie
woningen altijd duur zijn en van ongekontroleerde prijzen en wat al
niet meer. Ik dacht dat dat ook een al te sterke wijze van stellen
is. Je kunt wel degelijk tot goedkope - ook in de beschutte sektor -
sociale woningbouw komen, waarbij je tevoren zegt: deze woningen
nemen we niet op in ons huurbestand. Die bouwen we tegelijk voor
verhuur op dezelfde basis als de woningwetwoning, waarbij je nog het
probleem krijgt van de grondkosten, omdat je dan het woningwet-pereeel
in rekening moet brengen, wat we niet doen bij de verkoop zoals
het op het ogenblik gesteld is. Ik geloof dat deze zaak vanachter
onze tafel voldoende naar voren is gebracht. Ik zou uw reakties wel
eens willen horen. Wie wil hierop reageren? We zullen straks hier
over tot een keuze moeten komen.
De heer A.Jochems:
Mijnheer de voorzitter, de agrarische groepering denkt hierover an
ders dan het kollege en wij zouden deze woningwetwoningen wel willen
verkopen. Er zijn verschillende jonge mensen, die niet bij machte
zijn om een huis te kopen, als zij trouwen. Maar als zij verschillen
de jaren getrouwd zijn en dan een beetje gespaard hebben dan zouden
zij misschien zo'n huisje wel kunnen kopen. Als dese mensen ieder
jaar de rente en aflossing op kunnen brengen en als zij dan met hun
50 of 60 jaar kunnen zeggen dat het huisje van hun is en dat zij
dat bij elkaar hebben gespaard, dan kunnen zij daarvan later veel
plezier en profijt hebben. En daarom gunnen wij deze mensen van harte
om hun huis te kunnen kopen. Bij eventuele verkoop moet er toch een
tamatie gemaakt worden en als de grondprijs dan aangepast wordt aan
de prijs van de bouwgrond in de vrije sektor, dan wordt er toch al
een groot verschil van de prijs van deze soort huizen weggewerkt. We
zouden dan ook willen voorstellen, mijnheer de voorzitter, om deze
huizen alleen te verkopen aan de inwoners, die bijvoorbeeld al^inge-
veer 5 jaar in deze woningen wonen en dan ook de voorwaarden handhaven
die het ministerie van volkshuisvesting stelt. En dan heb ik nog iets
over die woningen te Wernhout.
De voorzitter:
Laten we daarover zo meteen beginnen. Dat doen we afzonderlijk. Dan
is de heer Hoekman aan het woord.
De heer Hoekman:
Ik heb heel weinig behoefte om daar ver op in te gaah, want onze
fraktie staat achter het voorstel van burgemeester en wethouders.
Ik dank u wel.
De heer Kunst:
Ik wou het ook even kort maken. Ik wilde even reageren op hetgeen
de geachte heer Jochems gezegd heeft. Gezien het beroep van de heer
Jochems en zeker ook gezien zijn andere funkties bij een bepaalde
bank hier in de gemeente kan ik me voorstellen dat hij het een en
ander weet over sparen en lenen etcetera. Missohien is hij daarin meer
deskundig dan ik, maar persoonlijk geloof ik toch niet - en ik zal
daarover later met de heer Jochems wel eens praten - dat hetgeen, dat
men per jaar kan sparen in een jong gezin, even groot is of eventueel
groter dan de bouwkosten, die jaarlijks op een woning erbij komen.
Misschien ziet meneer Jochems mensen die zes tot acht duizend gulden
kunnen sparen als zij^getrouwd zijn, maar daarover zal ik later wel
eens met hem praten. Maar persoonlijk heb ik daarover een andere me-